Data uit een Deense cohortstudie waarin een kleine 300 patiënten met chronische nierziekte (CKD) zijn onderzocht, toonden aan dat nierfunctie niet geassocieerd was met de prevalentie van leversteatose zoals vastgesteld door een CT-scan.
Niet-alcoholische leververvetting (NAFLD) is de meest frequent voorkomende leverziekte. NAFLD kent een breed spectrum dat uiteenloopt van milde steatose, non-alcoholische steatohepatitis (NASH) met en zonder fibrose tot duidelijke cirrose. NAFLD gaat gepaard met een verhoogd risico op cardiovasculaire (CV) ziekte en CKD. Vooralsnog was er echter weinig bekend over de prevalentie van NAFLD bij CKD. Adrian et al. brachten de prevalentie van matige tot ernstige steatose in beeld door onderzoek te doen bij een cohort met patiënten met verschillende CKD-stadia die niet dialyseerden. In totaal werden 291 Deense patiënten geïncludeerd, evenals 866 mensen met een normale nierfunctie die als controlegroep functioneerden. Bloedmonsters, klinische demografie, en informatie over rookgedrag en alcoholgebruik werden eveneens verzameld.
Bij alle deelnemers werd de levervetfractie geëvalueerd met computertomografie (CT). Uit de resultaten werd duidelijk dat de prevalentie van matige tot ernstige steatose bij de patiënten met CKD 7,9% bedroeg en 10,7% bij de controlegroep. Gegevens van de continue Hounsfield-eenheden vertoonden lagere waarden bij patiënten met CKD in vergelijking met de controlegroep. Er werd geen significante associatie tussen levervetfractie en CKD-stadium gevonden. De gepoolde data van beide cohorten toonden aan dat de gecorrigeerde OR voor steatose sterk significant was voor mensen met diabetes (OR 3,1; 95%-BI 1,6-5,9), overgewicht (OR 14,8; 95%-BI 4,6-47,9) en obesitas (OR 42,0; 95%-BI 12,9-136,6).
Bron: