Geen non-inferioriteit verlaagde versus volledige dosis anticoagulantia bij VTE

Delen via:
ASH 2024

Bij patiënten met veneuze trombo-embolie (VTE) die verlengde anticoagulatie nodig hebben, kon de non-inferioriteit van een gereduceerde dosis directe anticoagulantia ten opzichte van een volledige dosis voor het voorkomen van recidiverende VTE niet worden aangetoond.1

VTE is een veelvoorkomende, potentieel levensbedreigende aandoening. Na de eerste 3 maanden van de anticoagulatiebehandeling vermindert het verlengen van de behandeling tot 12 of 24 maanden het risico op een recidief met ten minste 80% bij patiënten met een hoog risico op terugkeer. Dit voordeel verdwijnt echter zodra de anticoagulatie wordt stopgezet. Daarom adviseren richtlijnen bij dergelijke patiënten continue anticoagulatie.

Doorlopende anticoagulatie brengt echter een lineaire toename van het bloedingsrisico met zich mee. Om dit probleem te verlichten, kan het gebruik van een lagere dosis anticoagulantia het bloedingsrisico verminderen, terwijl een vergelijkbare effectiviteit wordt behouden bij het voorkomen van recidiverende VTE.

In de RENOVE-studie (Reduced Dose Versus Full-Dose of Direct Oral Anticoagulant After Unprovoked Venous Thromboembolism) vergeleken onderzoekers een verlengde anticoagulatie met een verlaagde dosis versus een volledige dosis directe orale anticoagulantia bij patiënten met VTE met een hoog recidiefrisico. Ze werden aanvankelijk 6 tot 24 maanden behandeld.

Tijdens de mediane follow-up van 36 maanden trad recidief VTE op bij 19 van 1383 patiënten in de verlaagde-dosisgroep en bij 15 van 1385 patiënten in de volledige-dosisgroep (5-jaars cumulatieve incidentie 2,2% versus 1,8%; HR 1,32; p = 0,23 voor non-inferioriteit). Klinisch relevante bloedingen kwamen voor bij 96 patiënten in de verlaagde-dosisgroep en 154 patiënten in de volledige-dosisgroep (cumulatieve incidentie over 5 jaar: 9,9% versus 15,2%). Dit werd niet gecompenseerd door een verhoogd risico op overlijden of arteriële trombo-embolische voorvallen. De totale sterfte was respectievelijk 35 (4,3%) en 54 (6,1%) patiënten in de groepen met een verlaagde dosis en een volledige dosis.

Bron:

Couturaud F, Sanchez O, Meneveau N, et al. Extended treatment of venous thromboembolism with reduced- vs full-dose direct oral anticoagulants in patients at high risk of recurrence. ASH Annual Meeting & Exhibition 2024, abstract LBA-3.

Telemedicine helpt hemofiliepatiënten in afgelegen en onrustige regio’s

feb 2025 | Benigne hematologie

Lees meer over Telemedicine helpt hemofiliepatiënten in afgelegen en onrustige regio’s

Langdurige effectieve behandeling met efanesoctocog alfa bij kinderen met ernstige hemofilie A

feb 2025 | Benigne hematologie

Lees meer over Langdurige effectieve behandeling met efanesoctocog alfa bij kinderen met ernstige hemofilie A

Gunstige uitkomsten profylaxe met Mim8 bij hemofilie A-patiënten

feb 2025 | Benigne hematologie

Lees meer over Gunstige uitkomsten profylaxe met Mim8 bij hemofilie A-patiënten

Aanhoudende effectiviteit dirloctocogene samoparvovec

feb 2025 | Benigne hematologie

Lees meer over Aanhoudende effectiviteit dirloctocogene samoparvovec

Zinvolle educatieve tool voor jongeren met hemofilie

feb 2025 | Benigne hematologie

Lees meer over Zinvolle educatieve tool voor jongeren met hemofilie

Nieuw onderzoeksprotocol voor vrouwen en meisjes met bloedingsstoornissen

feb 2025 | Benigne hematologie

Lees meer over Nieuw onderzoeksprotocol voor vrouwen en meisjes met bloedingsstoornissen

Behandelstrategieën en -uitkomsten bij verworven hemofilie A

feb 2025 | Benigne hematologie

Lees meer over Behandelstrategieën en -uitkomsten bij verworven hemofilie A

Nieuwe ontwikkelingen voor behandeling van de ziekte van Von Willebrand

feb 2025 | Benigne hematologie

Lees meer over Nieuwe ontwikkelingen voor behandeling van de ziekte van Von Willebrand

Factor XI-deficiëntie geeft verhoogd risico op allergieën en hypothyreoïdie

feb 2025 | Benigne hematologie

Lees meer over Factor XI-deficiëntie geeft verhoogd risico op allergieën en hypothyreoïdie