Het gebruik van biologicals bij psoriasis is geassocieerd met een verhoogd risico op infecties. Eerdere studies gaven echter verschillende risico’s aan. Deze Nederlandse studie onderzocht in real-world data van de BioCAPTURE-registratie hoe hoog het risico is op een luchtweginfectie of een ernstige infectie, inclusief SARS-CoV-2.
Tegenwoordig is er keuze uit meerdere biologicals: TNFα-remmers, IL17-, IL23- en IL12/23-antagonisten. “Real-world data zijn belangrijk om betere keuzes te maken in de behandeling”, schetst promovendus Laura van der Schoot van het Radboudumc in Nijmegen de aanleiding voor het onderzoek. “Ook zijn er nog maar beperkt gegevens beschikbaar over luchtweg- en serieuze infectierisico’s bij nieuwere biologicals.”
Alle biologicals vergeleken
Uit de prospectieve BioCAPTURE-database, waarin sinds 2005 18 Nederlandse centra gegevens verzamelen van psoriasispatiënten die met een biological behandeld worden, haalden de onderzoekers de patiënt- en behandelkenmerken. Alle biologicals met meerdere follow-upmomenten zijn daarin meegenomen: adalimumab, etanercept, infliximab, ustekinumab, secukinumab, ixekizumab en guselkumab. De onderzoekers includeerden 714 patiënten met 1325 behandelmomenten. In totaal zijn er 2224 luchtweginfecties gemeld en 63 ernstige infecties. Met statistische modellen berekenden de onderzoekers de incidentiepercentages per 100 patiëntjaren.
Geen verschil
De percentages per 100 patiëntjaren waren het hoogst voor infliximab (72,2, 95%-BI 54,8-93,5) en het laagst voor secukinumab (48,7, 95%-BI 38,1-61,4). Voor de ernstige infecties waren de percentages het hoogst voor ixekizumab (6,0, 95%-BI 2,2-13,4) en het laagst voor secukinumab (0,7, 95%-BI 2,2-13,4). Van der Schoot: “Hoewel er een trend was naar hogere risico’s voor infliximab en lagere risico’s voor ixekizumab en ustekinumab, toonden de gecorrigeerde analyses geen differentieel risico tussen de onderlinge biologicals, inclusief de IL17- en IL23-antagonisten. Het risico op een infectie hoeft dus geen beperkende factor te zijn in de behandelkeuze, al is validatie van deze resultaten in andere real-world studies nog wel nodig.”
Bron: