Adjuvante chemotherapie na chemoradiatie voor lokaal gevorderd cervixcarcinoom leidt niet tot een langere overleving. De langverwachte resultaten van de fase III-OUTBACK-studie laten zien dat adjuvante chemotherapie enkel meer bijwerkingen oplevert.
De standaardbehandeling voor een deel van de patiënten met lokaal gevorderd cervixcarcinoom is cisplatine-houdende chemoradiatie. In een poging de resultaten hiervan te verbeteren, werd het effect van adjuvante chemotherapie onderzocht. De resultaten van de grote OUTBACK-studie laten nu zien dat die er niet zijn.
In de OUTBACK-studie werden 456 patiënten behandeld met standaard cisplatine-houdende chemoradiatie en 463 patiënten met chemoradiatie plus adjuvante chemotherapie (4 kuren carboplatine/paclitaxel). De vijfjaarsoverleving in beide groepen was nagenoeg gelijk, namelijk 72 en 71% in de adjuvante chemotherapie-groep vs. de controlegroep. Ook de vijfjaars progressievrije overleving (PFS) was met 63 vs. 61% vergelijkbaar.
Adjuvante chemotherapie zorgde daarentegen wel voor meer bijwerkingen. In het eerste jaar van de behandeling was het aantal graad 3-5-bijwerkingen 81% in de adjuvante chemotherapie-groep en 62% in de controlegroep. Bovendien daalde in dat jaar de kwaliteit van leven in chemotherapie-groep, hoewel aan het eind van dat jaar de kwaliteit van leven in beide groepen weer vergelijkbaar was.
De studie bevestigt dat enkel chemoradiatie momenteel de meest optimale behandeling is voor vrouwen met lokaal gevorderd cervixcarcinoom, concluderen de onderzoekers.
Bron