Gehypofractioneerde radiotherapie bij locoregionale vroege borstkanker

Delen via:
ESMO 2024

Gehypofractioneerde locoregionale radiotherapie is bij locoregionale vroege borstkanker non-inferieur aan conventioneel gefractioneerde radiotherapie wat betreft het risico op lymfoedeem in de arm. Het leidt bovendien niet tot een minder gunstige veiligheid of overleving, blijkt uit een Frans onderzoek.

Gehypofractioneerde radiotherapie (HF) met 40 Gy/15 fr is het standaardregime bij radiotherapie van de volledige borst, terwijl conventioneel gefractioneerde (NF) radiotherapie met 50 Gy/25 fr in de meeste landen nog altijd de standaard is bij locoregionale vroege borstkanker.

In de fase III-HypoG-01-studie, geïnitieerd door het Franse netwerk UNICANCER, gingen onderzoekers de non-inferioriteit van HF-radiotherapie met 40 Gy/15 fr (2,67 Gy/fr) ten opzichte van NF RT 50 Gy/25 fr (2,0 Gy/fr) na. 

Van september 2016 tot maart 2020 werden 1.221 patiënten gerandomiseerd naar HF-radiotherapie (n = 614 patiënten) of NF-radiotherapie (n = 607). Na een mediane follow-up van 4,8 jaar was er 275 keer sprake van lymfoedeem, het primaire eindpunt van de studie. 

HF-radiotherapie bleek non-inferieur aan NF-radiotherapie wat betreft het risico op lymfoedeem in de arm (HR 1,02; p < 0,001). Er werden 27 behandelingsgerelateerde bijwerkingen gemeld; 16 in de HF-groep en 11 in de NF-groep. Hiervan waren er 3 gerelateerd aan de radiotherapie – 1 in de HF-groep en 2 in de NF-groep.

Ook de locorecidiefvrije overleving (LRFS), metastasevrije overleving op afstand (DDFS) en totale overleving (OS), de secundaire eindpunten van de studie, verschillenden niet significant. De auteurs pleiten er daarom voor om 40 Gy/15 fr als nieuwe standaard te gebruiken voor locoregionale radiotherapie bij vroege borstkanker.

Bron:

Rivera S, et al. Locoregional hypo vs normofractionated RT in early breast cancer: 5 years results of the HypoG-01 phase III UNICANCER trial. ESMO 2024, abstract 231O.

Lenvatinib plus belzutifan effectief bij eerder behandeld gevorderd niercelcarcinoom

feb 2025 | Uro-oncologie

Lees meer over Lenvatinib plus belzutifan effectief bij eerder behandeld gevorderd niercelcarcinoom

Geen OS-voordeel van toevoegen cabozantinib aan nivolumab plus ipilimumab bij gevorderd niercelcarcinoom

feb 2025 | Uro-oncologie

Lees meer over Geen OS-voordeel van toevoegen cabozantinib aan nivolumab plus ipilimumab bij gevorderd niercelcarcinoom

Eerstelijns nivolumab plus cabozantinib biedt langdurig voordeel boven sunitinib bij gevorderd niercelcarcinoom

feb 2025 | Uro-oncologie

Lees meer over Eerstelijns nivolumab plus cabozantinib biedt langdurig voordeel boven sunitinib bij gevorderd niercelcarcinoom

Mevrometostat toevoegen aan enzalutamide leidt tot PFS-voordeel bij mCRPC

feb 2025 | Uro-oncologie

Lees meer over Mevrometostat toevoegen aan enzalutamide leidt tot PFS-voordeel bij mCRPC

Toevoegen talazoparib aan enzalutamide verbetert overleving mCRPC

feb 2025 | Uro-oncologie

Lees meer over Toevoegen talazoparib aan enzalutamide verbetert overleving mCRPC

Trastuzumab-deruxtecan verbetert progressievrije overleving bij HER2-(ultra)laag gemetastaseerd mammacarcinoom

dec 2024 | Borstkanker

Lees meer over Trastuzumab-deruxtecan verbetert progressievrije overleving bij HER2-(ultra)laag gemetastaseerd mammacarcinoom

Betere kwaliteit van leven met radiotherapie vs. antihormonale therapie bij oudere patiënt met vroegstadium mammacarcinoom

dec 2024 | Borstkanker, Radiotherapie

Lees meer over Betere kwaliteit van leven met radiotherapie vs. antihormonale therapie bij oudere patiënt met vroegstadium mammacarcinoom

Palbociclib plus antihormonale therapie effectiever dan chemotherapie bij hoogrisico, hormoongevoelig, HER2-negatief gemetastaseerd mammacarcinoom

dec 2024 | Borstkanker

Lees meer over Palbociclib plus antihormonale therapie effectiever dan chemotherapie bij hoogrisico, hormoongevoelig, HER2-negatief gemetastaseerd mammacarcinoom

Geen voordeel van toevoeging atezolizumab bij stadium II-III TNBC

dec 2024 | Borstkanker

Lees meer over Geen voordeel van toevoeging atezolizumab bij stadium II-III TNBC