Een analyse van data uit de SOFT-studie laat zien dat de Breast Cancer Index genoomtest premenopauzale vrouwen kan identificeren die baat hebben bij het toevoegen van ovariële suppressie aan tamoxifen. Tevens bleek de Breast Cancer Index prognostische waarde te hebben wat betreft de kans op afstandsmetastasen.
De SOFT-studie toonde aan dat het toevoegen van ovariële suppressie aan endocriene therapie voordelig is voor een subgroep van premenopauzale patiënten met vroegstadium HR+ mammacarcinoom. Hierdoor nemen de toxische effecten van de behandeling echter toe. Een belangrijke vraag was dan ook of het mogelijk is om de patiënten te identificeren die daadwerkelijk baat hebben bij onderdrukking van de eierstokfunctie. Ook om zo extra toxiciteit te voorkomen bij patiënten die er niet van profiteren.
Voor de nieuwe analyse werd weefsel gebruikt van 1687 deelnemers. Uit de analyse bleek dat na 12 jaar follow-up patiënten met een lage score op de Breast Cancer Index baat hadden bij het toevoegen van ovariële suppressie aan exemestaan of tamoxifen. In de exemestaan-combinatie-arm was het breast cancer free-interval 11,6% beter dan in de tamoxifen-arm en in de tamoxifen-combinatiearm was dat interval 7,3% beter. Patiënten met een hoge score op de Breast Cancer Index hadden daarentegen geen voordeel van het toevoegen van ovariële suppressie. Verder bleek de score op de Breast Cancer Index prognostische waarde te hebben voor het optreden van afstandsmetastasen, waarbij patiënten met een hoge score een verhoogde kans op afstandsmetastasen hadden.
De onderzoekers stellen dat de Breast Cancer Index de eerste genoomtest is die laat zien welke premenopauzale vrouwen voordeel hebben van ovariële suppressies.
Bron:
O’Regan R, Zhang Y, Flemming GF, et al. valuation of the Breast Cancer Index in premenopausal women with early-stage HR+ breast cancer in the SOFT trial. SABCS 2022, abstract GS1-06.