Gepoolde gegevens van het klinische ontwikkelingsprogramma toonden dat sublinguale immuuntherapie (SLIT) met 300IR-huisstofmijttabletten een gunstig veiligheidsprofiel heeft bij patiënten met huisstofmijtgeassocieerde allergische rinitis. De bevindingen in het postmarketingonderzoek waren in overeenstemming hiermee. Er kwamen geen nieuwe veiligheidssignalen naar boven.
In het klinische ontwikkelingsprogramma zijn 1583 volwassenen en adolescenten en 270 kinderen (5-11 jaar) behandeld met een 300IR-huisstofmijttablet en een kleine controlegroep met placebo.
Adverse events in trials
In alle studies meldde 57% van de volwassenen en adolescenten en 50% van de kinderen die 300IR-tabletten kregen, adverse events waarvan werd vermoed dat ze medicatiegerelateerd waren. Ter vergelijking: in de placebogroepen was dit het geval bij 18% van de volwassenen en adolescenten en bij 13% van de kinderen.
Deze adverse events betroffen meestal milde of matige reacties op de toedieningsplaats, zoals orale jeuk, keelirritatie en mondoedeem, en traden voornamelijk op gedurende de eerste dagen en namen af gedurende de daaropvolgende drie maanden.
Drie volwassenen, één adolescent en één kind meldden ernstige medicatiegerelateerde adverse events (vier ernstige laryngofaryngeale reacties en één matig eczeem), die snel verdwenen met een medicamenteuze behandeling.
Ervaringen in postmarketingonderzoek
Gedurende de meer dan vier jaar ervaring in postmarketingonderzoek zijn > 80.000 patiënten blootgesteld aan 300IR-tabletten. In overeenstemming met de bevindingen in de klinische trials waren de meeste gerapporteerde adverse events reacties op de toedieningsplaats.
Ernstige complicaties van SLIT die in beide settings vastgesteld werden, waren:
- anafylactische reacties: tien gevallen in alleen postmarketingonderzoek;
- ernstige laryngofaryngeale reacties: vier gevallen in zowel klinisch ontwikkelingsprogramma als in postmarketingonderzoek; en
- eosinofiele oesofagitis: twee gevallen in het klinische ontwikkelingsprogramma en één geval in postmarketingonderzoek.
Wat betreft belangrijke potentiële risico’s waren er geen meldingen van anafylactische shock en vier meldingen van een auto-immuunziekte (twee gevallen in zowel klinisch ontwikkelingsprogramma als postmarketingonderzoek).
Bron: