Neurofilament light chain, glial fibrillary acid protein en contactine-1 zijn biomarkers voor hersenweefselschade die gemeten kunnen worden in liquor en serum. Ze kunnen in de toekomst mogelijk gebruikt worden als prognostische biomarkers bij MS. Bij mensen met progressieve MS is nu de relatie onderzocht tussen deze biomarkers en verschillende klinische en imagingmaten, met opmerkelijke resultaten.
De onderzoekers van onder andere het Amsterdam UMC gebruikten in een exploratief onderzoek gegevens van de SPRINT-MS, een Amerikaans fase II-studie bij mensen met primair of secundair progressieve MS. 255 patiënten (gem. leeftijd 55,6 jaar; 53,3% vrouw) stonden bloed af en konden zelf kiezen of ze liquor wilden afstaan, wat 70 mensen deden. Laboratoriummedewerkers bepaalden concentraties van neurofilament light chain (NfL), glial fibrillary acid protein (GFAP) en contactine-1. Klinische maten waren onder andere EDSS-scores, en de MRI-maten van atrofie van de gehele hersenen en corticale atrofie. Statistische analyses bestonden uit Spearman-rangcorrelaties en log-lineaire regressiemodellen met leeftijd en geslacht als controlevariabelen.
In het algemeen was de richting van de relaties – zoals verwacht – positief voor de klinische maten en negatief voor de imagingmaten. Anders gezegd: wanneer de biomarkerwaarden hoger waren, was er meer functiebeperking en schade op MRI-scans. Verder hingen de biomarkerwaarden vaker samen met imagingmaten dan met klinische maten. GFAP correleerde wat sterker met deze imagingwaarden dan NfL. Opmerkelijk was dat biomarkers in serum in deze studie sterker correleerden met de imagingmaten dan biomarkers in liquor. Dit gaat in tegen het idee dat de aanwezigheid van biomarkers in liquor de gouden standaard is. Er waren geen significante correlaties tussen contactin-1 en de klinische en imagingmaten. De resultaten van de lineaire regressiemodellen bevestigden deze trends.
De uitkomsten ondersteunen de veronderstelling dat GFAP in serum een geschikte biomarker is voor hersenweefselschade bij progressieve MS, al is een voorzichtige interpretatie nodig, aangezien longitudinale gegevens ontbreken en omdat de steekproef voor liquor relatief klein was, zo concluderen de onderzoekers.
Bron: