GIV of GV superieur aan chemo-immuuntherapie bij CLL

Delen via:
EHA 2022

Een korte behandeling met venetoclax plus obinutuzumab met of zonder ibrutinib (GV of GIV) verbetert de progressievrije overleving (PFS) in vergelijking met standaard chemo-immuuntherapie (CIT) bij fitte, niet eerder behandelde patiënten met chronische lymfatische leukemie (CLL). Dat blijkt uit een late breaking abstract over de fase III-studie GAIA/CLL113.

Chemo-immuuntherapie (CIT) is nog altijd de standaard eerstelijnsbehandeling van fitte patiënten met laagrisico CLL. Venetoclax plus obinutuzumab (GV) met een vaste duur is een van de standaarden voor patiënten die niet in aanmerking komen voor CIT. In fase II-studies hebben inmiddels ook drievoudige combinaties veelbelovende resultaten laten zien.

Gegevens over GV versus GV plus ibrutinib (GIV) bij fitte, niet eerder behandelde patiënten met CLL zijn nog niet beschikbaar. GAIA/CLL13 vergeleek daarom de werkzaamheid en veiligheid van drie korte eerstelijnsbehandelingen gebaseerd op venetoclax (V) met die van CIT. Het gaat om de combinaties venetoclax-rituximab (RV), venetoclax-obinutuzumab (GV) en venetoclax-obinutuzumab-ibrutinib (GIV).

In de studie werden 926 patiënten geïncludeerd. Zij werden in vier even grote groepen gerandomiseerd naar zes kuren CIT of een van de drie combinaties. In de GV- en GIV-groep werd een superieure PFS gezien vergeleken met de CIT-groep, in de RV-groep verschilde de PFS niet significant van die in de CIT-groep. De driejaars PFS was 90,5% voor GIV, 87,7% voor GV, 80,8% voor RV en 75,5% voor CIT. De totale overleving (OS) was vergelijkbaar tussen de behandelarmen en er werden geen grote verschillen in hematologische bijwerkingen gezien.

Bron:

Eichhorst B, et al. Time-limited venetoclax-obinutuzumab +/- ibrutinib is superior to chemoimmunotherapy in frontline chronic lymphocytic leukemia (CLL): PFS co-primary endpoint of the randomized phase 3 GAIA/CLL113 trial. EHA2022 Hybrid Congress, abstract LB2365

Generatieve AI nuttig bij de selectie van EHL-FIX

feb 2025 | Benigne hematologie

Lees meer over Generatieve AI nuttig bij de selectie van EHL-FIX

Prof. Tom van Meerten over brexu-cel bij R/R mantelcellymfomen

jan 2025 | Lymfoom

Lees meer over Prof. Tom van Meerten over brexu-cel bij R/R mantelcellymfomen

Prof. Tom van Meerten (UMCG) over beta-hydroxybutyraat en CAR T-cel fitness

jan 2025

Lees meer over Prof. Tom van Meerten (UMCG) over beta-hydroxybutyraat en CAR T-cel fitness

Voordeel onderhoudstherapie quizartinib bij nieuw gediagnosticeerd FLT3-ITD+ AML

jan 2025 | Leukemie

Lees meer over Voordeel onderhoudstherapie quizartinib bij nieuw gediagnosticeerd FLT3-ITD+ AML

Venetoclax plus obinutuzumab versus BTK-remmers als eerstelijnsbehandeling van CLL

jan 2025 | Leukemie

Lees meer over Venetoclax plus obinutuzumab versus BTK-remmers als eerstelijnsbehandeling van CLL

Patiënten met hoogrisico MM herkennen op basis van laboratoriumkenmerken

jan 2025 | MM, Stamceltransplantatie

Lees meer over Patiënten met hoogrisico MM herkennen op basis van laboratoriumkenmerken

Prof. Sonja Zweegman over MRD-metingen in de Cepheus-studie

jan 2025 | MM

Lees meer over Prof. Sonja Zweegman over MRD-metingen in de Cepheus-studie

Dr. Peter Valk over myelodysplasie-gerelateerde genmutaties bij FLT3-gemuteerde AML

jan 2025 | Leukemie

Lees meer over Dr. Peter Valk over myelodysplasie-gerelateerde genmutaties bij FLT3-gemuteerde AML

Drs. Anne de Vaan over fVIII-suppletie bij zwangeren

jan 2025 | Benigne hematologie

Lees meer over Drs. Anne de Vaan over fVIII-suppletie bij zwangeren