In de PIZZICATO-studie was bij patiënten met actieve ziekte van Crohn inductiebehandeling met ritlecitinib versus placebo of brepocitinib versus placebo na 12 weken geassocieerd met een significant groter percentage patiënten met minimaal 50% vermindering in de Simple Endoscopic Score for Crohn’s Disease.1 Daarnaast werden beide middelen over het algemeen goed verdragen.
De waarde van de JAK3/TEC-remmer ritlecitinib en de TYK2/JAK1-remmer brepocitinib wordt geëvalueerd in klinisch onderzoek naar de ziekte van Crohn en vitiligo. In de gerandomiseerde fase II-PIZZICATO-studie wordt bij patiënten met matig tot ernstig actieve ziekte van Crohn de werkzaamheid en veiligheid onderzocht van inductiebehandeling met ritlecitinib versus placebo en brepocitinib versus placebo. De primaire uitkomstmaat is het percentage patiënten met minimaal 50% vermindering in de Simple Endoscopic Score for Crohn’s Disease (SES-CD 50) na 12 weken.
De resultaten van de PIZZICATO-studie laten zien dat zowel ritlecitinib als brepocitinib vergeleken met placebo geassocieerd waren met een significant betere SES-CD 50 na 12 weken.1 Na deze periode was het percentage patiënten met een SES-CD 50 in de ritlecitinib-, brepocitinib- en placebo-arm respectievelijk 27,2, 33,8 en 12,8 (ritlecitinib versus placebo: p = 0,0119; brepocitinib versus placebo: p = 0,0012). Daarnaast had met ritlecitinib versus placebo en brepocitinib versus placebo een significant groter percentage patiënten een klinische respons en een klinische remissie.
Ritlecitinib en brepocitinib werden over het algemeen goed verdragen en waren niet geassocieerd met nieuwe veiligheidssignalen. De meest voorkomende bijwerkingen van ritlecitinib waren COVID-19 en infectie en van brepocitinib hoofd- en buikpijn. Vanwege bijwerkingen werd de toediening van ritlecitinib, brepocitinib dan wel placebo gestaakt bij respectievelijk 4,3, 5,6 en 7,6% van de patiënten.
Bron: