Switchen naar tripel-antiretrovirale therapie op basis van doravirine was bij mensen met goed onderdrukte hiv niet inferieur aan behandelcombinaties zonder doravirine in termen van effectiviteit en verdraagbaarheid na 2 jaar. Dit blijkt uit resultaten van een prospectieve studie die is uitgevoerd in heel Nederland.
Er waren nog geen real-world data over de effectiviteit en verdraagbaarheid van het switchen naar tripel-antiretrovirale therapie (tART) op basis van doravirine (DOR) vergeleken met goed gematchte controlepersonen die doorgingen met tART of duale ART zonder DOR. Daarom werd in Nederland een landelijke studie opgezet die was ingebed in het cohort van AIDS Therapy Evaluation in the Netherlands (ATHENA). De experimentele groep bestond uit 590 mensen met hiv die al minstens 1 jaar geen virologisch falen (VF) hadden meegemaakt, en die van een tART of duale ART zonder DOR switchten naar een behandeling met DOR. Zij werden gekoppeld precies 2 keer zoveel controles, namelijk 1.180, die doorgingen met een behandeling zonder DOR. De gemiddelde leeftijd was 50 jaar; 89% was man.
Het primaire eindpunt was VF na 2 jaar, gedefinieerd als virale load van ≥ 200 kopieën per ml, met een niet-inferioriteitsmarge van +5% in de intention to treat (ITT) populatie. In de experimentele groep kregen 135 van 590 deelnemers (22,9%) te maken met VF, in de controlegroep 295 van 1.180 (25,0%) in de ITT-populatie. In de on-treatment (OT) analyse waren het er respectievelijk 11 (1,9%) en 26 (2,2%). Zowel in de ITT- als in de OT-analyse werd niet-inferioriteit bereikt.
Het risicoverschil in de ITT-groep was -0,68% (bovenste limiet van enkelzijdige 95%-BI +2,95); in de OT-groep was dit -0,46% (bovenste limiet van enkelzijdige 95%-BI +1,05). Iedereen in de experimentele groep bereikte opnieuw virologische suppressie zonder van ART te wisselen.
In beide groepen switchte een even groot aantal gebruikers naar een andere ART: 105 (17,8%) in de experimentele en 210 (17,8%) in de controlegroep.
DOR werd door 73 gebruikers (12,4%) gestaakt in verband met bijwerkingen. De meest voorkomende bijwerkingen waren misselijkheid en slapeloosheid, die beide door 1,2% van de deelnemers in de experimentele groep werden gemeld.
Bron:
Oomen PGA, Wit FWNM, Brinkman K, et al. Real-world effectiveness and tolerability of doravirine-based antiretroviral therapy in people with hiv: a nationwide matched cohort study. EACS 2023, poster eP.A.067.