Uit resultaten van een gerandomiseerde fase II-studie blijkt dat bij patiënten met matig tot ernstig actieve colitis ulcerosa de sfingosine-1-fosfaat-receptormodulator VTX002 vergeleken met placebo geassocieerd is met een significant betere klinische remissie na 13 weken. Daarnaast verbeterde VTX002 versus placebo ook belangrijke secundaire uitkomstmaten en werd in deze studie deze modulator over het algemeen goed verdragen.1
Verschillende sfingosine-1-fosfaat-receptor (S1PR)-modulatoren zijn geregistreerd voor de behandeling van chronische inflammatoire aandoeningen, waaronder colitis ulcerosa. In een gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde fase II-studie wordt de werkzaamheid en veiligheid onderzocht van de orale en selectieve S1PR-modulator VTX002 bij patiënten met matig tot ernstig actieve colitis ulcerosa. Hiertoe worden de patiënten 1:1:1 gerandomiseerd naar 60 mg VTX002 eenmaal daags, 30 mg VTX002 eenmaal daags en placebo. De primaire uitkomstmaat is de klinische remissie na 13 weken.
Na 13 weken hadden in beide VTX002-armen significant meer patiënten een klinische remissie dan in de placebo-arm.1 Het percentage patiënten met een klinische remissie in de 60 mg VTX002- (n = 68), 30 mg VTX002- (n = 71) en placebo-arm (n = 70) was respectievelijk 27,9, 23,9 en 11,4 (60 mg vs. placebo: p = 0,0184; 30 mg vs. placebo: p = 0,0410). De verbetering in klinische remissie door de behandeling met VTX002 was groter bij wie eerder een geavanceerde therapie hadden gekregen.
Na 13 weken waren beide VTX002-doseringen vergeleken met placebo ook geassocieerd met een significant groter percentage patiënten met een endoscopische verbetering met of zonder histologische remissie en patiënten met een symptomatische remissie. Hetzelfde gold voor patiënten met een endoscopische remissie met of zonder een histologische remissie en patiënten met of zonder een klinische remissie. In de 60 mg-, 30 mg- en placebo-arm had respectievelijk 54,4, 62,0 en 41,4% van de patiënten een klinische remissie (60 mg vs. placebo: p = 0,1566; 30 mg vs. placebo: p = 0,0090). Verder werd VTX002 goed verdragen en werd de behandeling met 60 mg VTX002, 30 mg VTX002 of placebo wegens bijwerkingen gestopt bij respectievelijk 4,3, 1,4 en 1,4% van de patiënten.
Bron: