Uit de resultaten van een Thais programma met 10.475 niet-eerder behandelde mensen met hiv bleek dat dolutegravir-bevattende antiretrovirale therapie geassocieerd was met een zeer goede virologische suppressie. Virologische suppressie werd significant minder vaak vastgesteld bij jongvolwassenen, bij deelnemers met < 100 CD4-cellen/mm3 en bij deelnemers uit Noord- of Zuid-Thailand.
In een real-world studie van de HIV Netherlands Australia Thailand (HIV-NAT) Research Collaboration werd de uitkomst onderzocht van de transitie van non-nucleoside reverse-transcriptaseremmers naar dolutegravir-bevattende antiretrovirale therapie (ART) in een groot cohort van niet-eerder behandelde mensen met hiv in Thailand. De primaire uitkomstmaten waren het percentage patiënten met < 50, < 200 en ≥ 1.000 kopieën hiv-RNA/ml bij de recentste controle.
Tussen 2020 en 2023 werden 10.475 mensen met hiv geïncludeerd. De deelnemers bestonden voor 69,9% uit mannen, de mediane leeftijd was 34,3 jaar, 56,4% had < 350 CD4-cellen/mm3 en 31,4% had aids. Bij een mediane follow-upduur van 8,7 maanden vanaf de start met ART was de viral load < 50 of < 200 kopieën hiv-RNA/ml bij respectievelijk 84,5 en 95,3% van de deelnemers. Deze resultaten waren onafhankelijk van het jaar van inclusie en het aantal dagen tussen diagnose en ART.
Risicofactoren die significant geassocieerd waren met het falen van de ART (≥ 1.000 kopieën hiv-RNA/ml) waren: een leeftijd van 15 tot en met 24 jaar (p < 0,001), een leeftijd van 25 tot en met 34 jaar (p = 0,02), < 100 CD4-cellen/mm3, en inwoner zijn van Noord- of Zuid-Thailand (respectievelijk p = 0,01 en p < 0,001).
Bron