De helft van de kinderen met chronische rinosinusitis heeft, naast deze aandoening, ook last van allergie (53%). 41% heeft bijkomend astma. 1 op de 5 kinderen heeft naast de chronische rinosinusitis last van chronische otitis media (20%) of aandoeningen van de tonsillen (19%). Ook bij volwassenen met chronische rinosinusitis komen allergie (32%) en astma (37%) regelmatig voor.
Over comorbiditeiten bij kinderen met chronische rinosinusitis (CRS) is nog niet veel bekend. Finse onderzoekers gebruikten ziekenhuisregistratiedata om het voorkomen van de verschillende fenotypes van CRS en de bijkomende comorbiditeit bij kinderen in kaart te brengen en deze te vergelijken met de situatie bij volwassenen.
De onderzoekers analyseerden de data van 126 kinderen met die van 1.490 volwassenen. Van de kinderen had 69% last van CRS zonder neuspoliepen (CRSsNP) en 12% van CRS met neuspoliepen (CRSwNP). 17% had last van terugkerende acute rinosinusitis (recurrent acute rinosinusitis; RARS) en 2% had last van een ander aan CRS-gerelateerd ziektebeeld. Bij de volwassenen was dit respectievelijk 54, 36, 9 en 1%.
De meest voorkomende comorbiditeit bij kinderen was allergie (53%) of astma (41%). Bij volwassenen met CRS kwamen aandoeningen van het bewegingsapparaat (45%) en cardiovasculaire aandoeningen (40%) het vaakst voor. Allergie en astma kwamen voor bij 32 en 37% van de volwassen CRS-patiënten.
Andere veelvoorkomende vormen van comorbiditeit bij kinderen waren: psychische aandoeningen (37%), andere chronische longziekten (30%), aandoeningen van het bewegingsapparaat (27%) en cardiovasculaire aandoeningen (25%). Chronische otitis media kwam voor bij 20% van de kinderen, aandoeningen van de tonsillen bij 19%. Bij volwassenen kwamen, naast de eerder genoemde aandoeningen, ook andere chronische longziekten (31%) regelmatig voor. Minder dan 5% van de volwassenen met CRS had bijkomend last van chronische otitis media of aandoeningen van de tonsillen.
De onderzoekers concluderen dat allergie en astma zowel bij kinderen als bij volwassenen met CRS veelvoorkomende vormen van comorbiditeit zijn. Het voorkomen van een andere comorbiditeit verschilt soms tussen kinderen en volwassenen. Zo komen chronische otitis media en aandoeningen van de tonsillen vaker voor bij kinderen dan bij volwassenen.
Bron: