Hoge respons met talquetamab bij RRMM

Delen via:
ASH 2022

In een internationale fase I/II-studie, waar ook het UMC Utrecht aan deelnam, had bijna driekwart van de patiënten met recidiverend/refractair multipel myeloom die het bispecifieke antilichaam talquetamab kregen, binnen een paar maanden een significante vermindering van de kankerlast.

GPRC5D komt beperkt tot expressie in normaal menselijk weefsel, maar komt sterk tot expressie op kwaadaardige plasmacellen bij patiënten met recidiverend/refractair multipel myeloom (RRMM). Dit maakt het een veelbelovend doelwit voor immunotherapie. Talquetamab is een bispecifiek antilichaam dat zich richt op zowel GPRC5D als CD3.

In de MonumenTAL-1-studie, met in totaal 288 RRMM-patiënten, werden 2 verschillende doseringsregimes onderzocht: 0,4 mg/kg per week en 0,8 mg/kg om de week. Van degenen die wekelijks 0,4 mg/kg talquetamab kregen, had 74% een meetbare verbetering van de ziekte, het primaire eindpunt van de studie. In de groep die om de week 0,8 mg/kg kreeg, was dit 73%. Meer dan 30% van de patiënten in beide groepen had een volledige respons of beter en bijna 60% had een zeer goede partiële respons of beter. 

De mediane tijd tot een meetbare respons was ongeveer 1,2 maanden in beide doseringsgroepen; de mediane responsduur is tot nu toe 9,3 maanden bij wekelijkse dosering. Bijwerkingen kwamen relatief vaak voor, maar waren doorgaans mild. Van de deelnemers stopte 5 tot 6% vroegtijdig met de behandeling met talquetamab vanwege bijwerkingen. 

Er lopen momenteel verschillende andere studies naar talquetamab in combinatie met andere bestaande en experimentele therapieën bij multipel myeloom, waardoor patiënten mogelijk ook in eerdere stadia van de behandeling al baat zouden kunnen hebben van het bispecifieke antilichaam.

Bron:

Chari A, et al. Talquetamab, a G protein-coupled receptor family C group 5 Member D x CD3 bispecific antibody, in patients with relapsed/refractory multiple myeloma (RRMM): Phase 1/2 results from MonumenTAL-1. ASH Annual Meeting & Exhibition 2022, abstract 157.

Telemedicine helpt hemofiliepatiënten in afgelegen en onrustige regio’s

feb 2025 | Benigne hematologie

Lees meer over Telemedicine helpt hemofiliepatiënten in afgelegen en onrustige regio’s

Langdurige effectieve behandeling met efanesoctocog alfa bij kinderen met ernstige hemofilie A

feb 2025 | Benigne hematologie

Lees meer over Langdurige effectieve behandeling met efanesoctocog alfa bij kinderen met ernstige hemofilie A

Gunstige uitkomsten profylaxe met Mim8 bij hemofilie A-patiënten

feb 2025 | Benigne hematologie

Lees meer over Gunstige uitkomsten profylaxe met Mim8 bij hemofilie A-patiënten

Aanhoudende effectiviteit dirloctocogene samoparvovec

feb 2025 | Benigne hematologie

Lees meer over Aanhoudende effectiviteit dirloctocogene samoparvovec

Zinvolle educatieve tool voor jongeren met hemofilie

feb 2025 | Benigne hematologie

Lees meer over Zinvolle educatieve tool voor jongeren met hemofilie

Nieuw onderzoeksprotocol voor vrouwen en meisjes met bloedingsstoornissen

feb 2025 | Benigne hematologie

Lees meer over Nieuw onderzoeksprotocol voor vrouwen en meisjes met bloedingsstoornissen

Behandelstrategieën en -uitkomsten bij verworven hemofilie A

feb 2025 | Benigne hematologie

Lees meer over Behandelstrategieën en -uitkomsten bij verworven hemofilie A

Nieuwe ontwikkelingen voor behandeling van de ziekte van Von Willebrand

feb 2025 | Benigne hematologie

Lees meer over Nieuwe ontwikkelingen voor behandeling van de ziekte van Von Willebrand

Factor XI-deficiëntie geeft verhoogd risico op allergieën en hypothyreoïdie

feb 2025 | Benigne hematologie

Lees meer over Factor XI-deficiëntie geeft verhoogd risico op allergieën en hypothyreoïdie