MSM in niet-stedelijke regio’s en met een laag opleidingsniveau gebruiken minder vaak pre-expositieprofylaxe (PrEP) dan mensen uit de Randstad of met een middelbaar of hoog opleidingsniveau. Daarom zou de toegang tot PrEP meer gericht moeten worden op niet-stedelijke regio’s.
Sinds de formele introductie in 2019 wordt in Nederland steeds meer gebruikgemaakt van PrEP. Het gebruik is echter nog steeds suboptimaal. Daarom moeten de determinanten die hierop van invloed zijn, in kaart gebracht worden.
PrEP werd aanvankelijk vooral aangeboden aan mannen die seks hebben met mannen (MSM). Dat gebeurde via een demonstratieproject, AmPrEP in Amsterdam, en via apotheken in de Randstad, onder andere in Amsterdam, Utrecht, Leiden, Den Haag en Rotterdam.
Deze cross-sectionele studie omvatte ruim 3200 hiv-negatieve Nederlandse MSM die eind 2017 waren gerekruteerd via de EMIS-enquête. Een groter aantal MSM uit de Randstad gebruikte PrEP in vergelijking met de rest van het land (gestandaardiseerde prevalentieratio 1,4 vs. 0,7). Er waren kleine verschillen wat betreft het bewustzijn en de intentie voor PrEP-gebruik. Op grond van de regionale verschillen kon zo’n 4,6% van de variantie in het PrEP-gebruik verklaard worden (aangepaste intraklasse correlatiecoëfficiënt van 0,046).
Er werd een grotere invloed van intentie op het gebruik (OR 4,5) en kennis over PrEP (OR 7,0) gevonden, terwijl bewustzijn van PrEP weinig invloed had (OR 0,4). Een lager opleidingsniveau was negatief geassocieerd met PrEP-gebruik (OR 0,4). Er werd geen significant verschil gevonden tussen degenen met een middelbaar of hoog onderwijsniveau (OR 1,2). Door middel van op maat gemaakte campagnes kunnen de intentie en het gebruik onder de doelgroepen vergroot worden.
Bron: