Hoe hoger het percentage bloedglucosewaarden binnen een ‘strak grensbereik’ van 3,9 tot 7,8 mmol/l, hoe lager het aantal diabetescomplicaties. Met elke toename van 10% van de Time In Tight Range, nam het risico op een microvasculaire complicatie af met 23,8%.
In dit onderzoek werd gekeken naar het optreden van microvasculaire complicaties (diabetische retinopathie, diabetische nefropathie en diabetische perifere neuropathie) en macrovasculaire complicaties. De TITR, die werd gemeten met een sensor, werd cross-sectioneel geanalyseerd. Van de 808 geïncludeerde patiënten met type 1-diabetes was 51,7% man, met een gemiddelde leeftijd van 44,8 jaar, een diabetesduur van 23,1 jaar en een TITR van 33,9%.
In totaal had 46,0% een microvasculaire complicatie: 34,5% diabetische retinopathie (DR), 23,8% diabetische nefropathie (DN) en 16% diabetische perifere neuropathie (DPN). 16,3% van de patiënten had een macrovasculaire complicatie.
Voor elke toename van 10% in TITR nam het risico op welke microvasculaire complicatie dan ook af met 23,8%. Uitgesplitst naar complicatie betrof dit een afname van het risico op DR met 24,3%, achtergrond-DR met 24,0%, ernstige DR met 14,6%, DN met 20,1% en DPN met 16,3%.
Het risico op CVA nam af met 34,9% (OR 0,651; 0,470-0,902; p = 0,010).
De waarden bleven gelijk na correctie voor het HbA1c en andere factoren, waaronder geslacht, leeftijd, diabetesduur, BMI, bloeddruk, lipidenprofiel, roken en gebruik van statines en RAAS-blokkers.
Hoewel deze studie niet was opgezet om een causaal verband aan te tonen, lijkt de TITR omgekeerd geassocieerd met de aanwezigheid van microvasculaire complicaties en cardiovasculaire complicaties bij volwassen diabetespatiënten.
Bron:
De Meulemeester J, Chiang S, Visser M, et al. The relationship between time in tight range and the presence of chronic complications in adults with type 1 diabetes: a retrospective cross-sectional real-world study. EASD 2024, abstract 188.