Een hoog gehalte cotinine (> 550 ng/ml) in de urine is geassocieerd met een verviervoudigd risico op terugkeer van niet-spierinvasieve blaaskanker (NMIBC) bij rokers. Verder onderzoek moet dit verband en de bruikbaarheid bij het monitoren van patiënten gaan verduidelijken.
Dit zijn de belangrijkste conclusies uit een cross-sectionele studie naar het verband tussen cotininegehalte in urine en terugkeer van NMIBC. Roken is een van de grootste risicofactoren voor blaaskanker, maar voor zover bekend heeft nicotine geen primaire carcinogene effecten. Van alle nicotinemetabolieten is cotinine de beste marker voor de mate van blootstelling aan tabak. In een Libanese single-centerstudie werden 135 patiënten geïncludeerd bij wie NMIBC was gediagnosticeerd en gereseceerd, en die zowel voor als na deze ingreep rookten. Tijdens een controle-cytoscopie werd ook het cotininegehalte bepaald. Op basis van het gevonden cotininegehalte werden de deelnemers geclassificeerd als matige (< 550 ng/ml) of als zware rokers (> 550 ng/ml).
De deelnemers waren tussen de 36 en 78 jaar oud, met een gemiddelde leeftijd van 64 jaar. Ze rookten gemiddeld iets meer dan 30 jaar. Van de 135 deelnemers waren 55 (41%) op grond van bovengenoemde definitie matige rokers en 80 (59%) zware rokers. De resultaten van de cytoscopie onthulden dat de kanker bij 70 patiënten (52%) was teruggekeerd. Het risico op terugkeer was in de groep zware rokers groter (75%) dan in de groep matige rokers (18%). Een cotininegehalte van > 550 ng/ml was geassocieerd met een relatief risico op gerecidiveerde blaaskanker van 4,16 (p = 0,025).
Bron:
Abdessater M, et al. Role of urinary cotinine level in the recurrence of non-muscle invasive bladder cancer. EAU 2021 virtual, abstract P0726. https://virtual.uroweb.org/resource-centre/EAU21/223422/Abstract.