Bij mensen die ‘voor de gezelligheid’ roken is in vergelijking met niet-rokers het risico op overlijden aan een longziekte twee keer zo groot; voor longkanker is dat risico zelfs acht keer zo groot. Interessant is daarnaast dat het roken van minder dan 10 sigaretten per dag niet een substantieel lager risico op sterfte met zich meebrengt dan het roken van meer dan 20 sigaretten per dag.
In een Amerikaanse studie zijn 18.730 mensen uit alle lagen van de bevolking met een gemiddelde leeftijd van 61 jaar gedurende 17 jaar gevolgd. In die periode overleden in totaal 649 mensen aan een longziekte; 560 mensen stierven aan longkanker. Onderverdeeld naar rookstatus zag dit er als volgt uit: onder de niet-rokers was bij 1,8% de doodsoorzaak een longziekte en bij 0,6% was dit longkanker. Bij de zogenaamde gezelligheidsrokers (< 10 sigaretten per dag) was dit resp. 3,3% en 4,7% en bij de zware rokers (> 20 sigaretten per dag) resp. 10,1% en 12,9%. Bij de berekening van deze sterftecijfers is rekening gehouden met andere factoren die op het sterfterisico van invloed kunnen zijn, zoals leeftijd, geslacht, etnische afkomst, opleidingsniveau en lichaamsgewicht.
Deze uitkomsten laten volgens de onderzoekers duidelijk zien dat minder roken niet betekent dat het risico op gezondheidsschade daardoor ook (evenredig) vermindert. Volledig stoppen met roken is de enige manier om de kans op sterft aan een longziekte of longkanker zo klein mogelijk te houden, stellen zij. De stoppen-met-rokenprogramma’s en de begeleiding die daarbij wordt gegeven, zullen zich daar dan ook op moeten (blijven) richten.
Bron
Balte P, et al. Association of low-intensity smoking with respiratory and lung cancer mortality. ERS 2020, presentatie 4389.
https://k4.ersnet.org/prod/v2/Front/Program/Session?e=259&session=12386