In een studie van het European MCL Network hadden mensen met mantelcellymfoom (MCL) die alleen met ibrutinib werden behandeld een overleving die vergelijkbaar was met die bij de huidige standaardbehandeling, ongeacht of ze naast ibrutinib ook een stamceltransplantatie ondergingen.
Aan de fase III-Triangle Trial, waaraan ook het Erasmus MC deelnam, deden 870 jongere volwassen MCL-patiënten (mediane leeftijd 57 jaar) uit 14 landen mee. De studiebehandeling bestond uit 3 cycli van hetzij enkel R-CHOP/R-DHAP (de standaardbehandeling – arm A), hetzij R-CHOP/R-DHAP plus ibrutinib (arm A+I), hetzij 2 jaar onderhoudsbehandeling met ibrutinib (arm I).
Responderende patiënten in de armen A en A+I ondergingen een autologe stamceltransplantatie. Alle patiënten met een respons konden, ongeacht de onderzoeksarm, volgens de nationale richtlijnen een onderhoudsbehandeling met rituximab krijgen.
Na een mediane follow-up van 2,5 jaar bleek de failure free survival (FFS), het primaire eindpunt van de studie, in arm A 72%, in arm A+I 88% en in arm I 86% te zijn. De huidige standaardbehandeling is hiermee niet superieur aan ibrutinib zonder een stamceltransplantatie. De standaardbehandeling plus ibrutinib was superieur aan alleen de standaardbehandeling.
In de onderhoudsfase van de behandeling hadden patiënten die de standaardbehandeling plus ibrutinib kregen meer bijwerkingen dan patiënten die de standaardbehandeling of alleen ibrutinib kregen. De onderzoekers concluderen op basis hiervan dat ibrutinib prima kan worden gebruikt als vervanging voor, in plaats van als aanvulling op, de autologe stamceltransplantatie. Ook vanuit het oogpunt van toxiciteit.
Bron: