Australische onderzoekers hebben een associatie gevonden tussen een drietal biomarkers en de kans om allergische bronchopulmonale aspergillose (ABPA) te ontwikkelen bij kinderen met cystische fibrose. Op basis van totaal-IgE, Aspergillus-specifiek IgE en het aantal eosinofiele granulocyten in het bloed maken zij onderscheid tussen kinderen die mogelijk ABPA gaan ontwikkelen en kinderen die dat hoogstwaarschijnlijk niet zullen doen.
Allergische bronchopulmonale aspergillose (ABPA) is een ernstige longaandoening die ontstaat als gevolg van een allergische reactie tegen de allergenen van de schimmel Aspergillus fumigatus. ABPA komt voor bij 7 tot 15% van de patiënten met cystische fibrose. Bij een deel van de patiënten ontwikkelt ABPA zich al tijdens de kinderjaren.
Australische onderzoekers bestudeerden de incidentie van ABPA in een retrospectieve studie onder kinderen met cystische fibrose (n = 353). Ook onderzochten zij of een diagnose van ABPA voorafgegaan werd door veranderingen in de 3 biomarkers die routinematig verzameld worden bij patiënten met cystische fibrose: totaal IgE, Aspergillus-specifiek IgE en het aantal eosinofiele granulocyten in het bloed.
20 kinderen (5,7%) ontwikkelden ABPA. Van 17 van hen waren gegevens beschikbaar over de biomarkers voorafgaand aan de diagnose. De onderzoekers vergeleken de gegevens van deze kinderen met die van op leeftijd en geslacht gematchte controles die geen ABPA ontwikkelden.
Bij kinderen die ABPA ontwikkelden, waren de waarden voor het totaal IgE en de eosinofielen in de 2 jaar voorafgaand aan de diagnose hoger dan bij de controles. Het Aspergillus-specifiek IgE liep bij hen geleidelijk op ten opzichte van de controles. Voor deze groep is de stijging in het Aspergillus-specifiek IgE mogelijk een signaal dat zich ABPA aan het ontwikkelen is. Deze kinderen hebben baat bij intensievere monitoring.
Kinderen met lage biomarkerwaarden ontwikkelden vrijwel nooit ABPA. Van de kinderen van 6 jaar of ouder met een totaal-IgE lager dan 500 IU/ml én minder dan 0,3*10^9 eosinofielen per liter bloed had geen enkel kind ABPA op 18-jarige leeftijd. Voor deze groep is jaarlijkse screening op ABPA wellicht niet noodzakelijk.
Bron: