Uit een klinische studie blijkt dat bij mensen met hiv zowel vaccinatie met het gemodificeerde vacciniavirus Ankara als mpox-infectie geassocieerd zijn met humorale en cellulaire responsen.1 Wel waren de cellulaire recallresponsen tegen orthopokkenvirus-specifieke peptiden significant hoger bij gevaccineerde deelnemers dan bij geïnfecteerde deelnemers.
Tijdens de wereldwijde uitbraak van mpox was vaccinatie met het gemodificeerde vacciniavirus Ankara (MVA) de voornaamste controlestrategie. Hoewel destijds een aanzienlijk deel van de geïnfecteerden uit mensen met hiv bestond, is de uitkomst van de MVA-vaccinatie bij deze mensen onduidelijk.2 In een klinische studie werd daarom onderzocht wat de immunologische respons is op MVA-vaccinatie bij mensen met hiv.
In totaal werden 18 virologisch onderdrukte mannen met hiv geïncludeerd, van wie er 9 een mpox-infectie (PI) hadden doorgemaakt en 9 gevaccineerd waren met MVA (Vax).1 In het PI- en het Vax-cohort was de mediane leeftijd respectievelijk 42 en 41 jaar; het mediane aantal jaren sinds hiv-diagnose was 12 en 16 jaar.
Uit de serologische analyse bleek dat de niveaus van IgG-antilichamen tegen 8 mpox-antigenen en 3 vacciniavirus-antigenen vergelijkbaar waren in het PI- en Vax-cohort. Een uitzondering was het niveau van antilichamen tegen het A27L-antigeen, dat significant hoger was in het PI-cohort dan in het Vax-cohort (p < 0,01).
Er werd tussen de 2 cohorten geen verschil gevonden in de IFNγ-productie door CD4- en CD8-positieve T-cellen die gestimuleerd waren met mpox-specifieke peptiden. Daarentegen was de respons van CD4- en CD8-positieve T-cellen op orthopokkenvirus-specifieke peptiden significant hoger in het Vax-cohort dan in het PI-cohort.
Bronnen: