Diverse studies gepresenteerd tijdens het ESMO Virtual Symposium 2020 laten zien dat voor patiënten met maag-, GEJ- of oesofaguscarcinomen eerstelijnsimmuuntherapie plus chemotherapie leidt tot een betere overleving dan de huidige standaardbehandeling met alleen chemotherapie. De resultaten zijn volgens de onderzoekers ‘practice changing’.
In de CheckMate 649-studie werd nivolumab plus chemotherapie vergeleken met alleen chemotherapie (XELOX Q3W of FOLFOX Q2W) bij patiënten met niet eerder behandeld HER2-negatief, gevorderd/irresectabel of gemetastaseerd maagcarcinoom, oesofaguscarcinoom of een adenocarcinoom van de gastro-oesofageale junctie (GEJ). In de studie met 1.581 patiënten ging behandeling in de groep met een PD-L1-combined positive score van ≥ 5 gepaard met een verbetering van de totale overleving van 11,1 maanden in de chemotherapiegroep naar 14,4 maanden in de nivolumab-groep (HR 0,71, p < 0,0001). Ook de PFS was significant verschillend, met respectievelijk 6,1 versus 7,7 maanden (HR 0,68). In de totale onderzoeksgroep werd eveneens een betere overleving gezien (respectievelijk 11,6 vs. 13,8 mnd; HR 0,8).
De KEYNOTE 590-studie includeerde 749 patiënten met niet eerder behandeld, gevorderd/irresectabel of gemetastaseerd oesofaguscarcinoom (zowel adenocarcinomen als plaveiselcelcarcinomen) of met GEJ-tumoren. Zij werden behandeld met pembrolizumab plus chemotherapie of met alleen chemotherapie (5-FU plus cisplatine).
Net als in de CheckMate 649 verbeterde het toevoegen van pembrolizumab de overall survival in de totale onderzoeksgroep. De mediane totale overleving was 12,4 maanden met pembrolizumab plus chemotherapie en 9,8 maanden met alleen chemotherapie (HR 0,73, p < 0,001). Na 1 jaar was nog 51% uit de pembrolizumab-groep in leven versus 39% uit de chemotherapiegroep. Na 2 jaar waren deze percentages respectievelijk 28 en 16.
Onderzoekers van beide studies stellen dat de behandelingen gezien moeten worden als potentiële nieuwe standaarden voor de eerstelijnsbehandeling van patiënt met dergelijke tumoren.
Bronnen:
Kato K, et al. Ann Oncol. 2020;31(suppl_4):S1142-S1215. 10.1016/annonc/annonc325. Abstract LBA8_PR.