Bij patiënten met tripelnegatief mammacarcinoom met tumorinfiltrerende lymfocyten (TIL’s) kan neoadjuvante immuuntherapie het immuunsysteem activeren. Bij een substantieel deel van de patiënten leidde de behandeling eveneens tot een respons, zo blijkt uit de eerste resultaten van de BELLINI-studie.
De fase II BELLINI-studie is een zogenoemde basket-studie waarin meerdere neoadjuvante behandelingen worden onderzocht voor triple-negatieve of ER-positieve (HER2-negatieve) borstkanker. Tijdens het ESMO-congres presenteerde hoofdonderzoeker Marleen Kok (AVL) de resultaten van TNBC-patiënten (T1c-T3 N-/N+) behandeld met nivolumab of met nivolumab plus ipilimumab. Ieder cohort (n = 15) bestond uit patiënten met drie verschillende hoeveelheden TIL’s: laag (5-10%; n = 5), intermediair (11-49%; n = 5) en hoog (≥ 50%; n = 5). Het primaire eindpunt van de studie was het optreden van een immunologisch effect, in het bijzonder een verdubbeling van CD8-positieve cellen en/of van interferon-gamma na 4 weken behandeling.
In de groep behandeld met nivolumab trad een activatie van het immuunsysteem op bij 53,3% (n = 8) en in de nivolumab-ipilimumab-groep bij 60% (n = 9). Omdat het eindpunt was bereikt bij minimaal 5 patiënten, was het primaire eindpunt in beide cohorten behaald.
Verder was sprake van een partiële respons bij 19% in de nivolumab-groep en 27% in de nivo-ipi-groep. De 7 patiënten met een partiële respons hadden ofwel hoge (n = 3) of intermediaire TIL’s (n = 4). Ook bleek dat met name bij patiënten met een respons, 4 weken na de start met de behandeling geen tumorweefsel meer aanwezig was in een biopt. Alle responders hadden TIL’s boven de 40% en hadden CD8+-cellen met een positie dicht bij tumorcellen. Tevens was bij 24% van de patiënten geen ctDNA meer detecteerbaar na 4 weken behandeling.
Kok vertelde ten slotte dat een nieuw cohort in BELLINI patiënten includeert zonder lymfkliermetastasen en met hoge aantallen TIL’s (≥ 50%) die gedurende 6 weken worden behandeld.
Bron