Inductiechemotherapie gevolgd door chemoradiotherapie verbetert de overleving van patiënten met lokaal gevorderde baarmoederhalskanker aanzienlijk, blijkt uit de INTERLACE-studie. Het zou daarom de nieuwe zorgstandaard moeten worden, overal ter wereld.
De standaardbehandeling van lokaal gevorderde baarmoederhalskanker is chemoradiotherapie. Veel patiënten krijgen echter een relaps en sterven uiteindelijk aan gemetastaseerde ziekte. Een haalbaarheidsstudie toonde eerder al een goed responspercentage bij wekelijkse inductiechemotherapie met een korte kuur, toegediend vóór de standaard chemoradiotherapie.
De INTERLACE-studie ging na of deze aanpak daadwerkelijk de progressievrije overleving (PFS) en algehele overleving (OS) verbetert. In de studie werden 500 patiënten uit 32 centra in 5 landen gerekruteerd. Zij werden gerandomiseerd naar alleen chemoradiotherapie (5 wekelijkse cycli cisplatine) of inductiechemotherapie (6 weken carboplatine en paclitaxel), gevolgd door dezelfde chemoradiotherapie in week 7.
Na een mediane follow-up van 64 maanden was de 5-jaars-PFS 73% met inductiechemotherapie plus chemoradiotherapie en 64% met alleen chemoradiotherapie (HR 0,65; p = 0,013). De overeenkomstige 5-jaars-OS was 80 respectievelijk 72% (HR 0,61; p = 0,04). Bijwerkingen van graad ≥ 3 werden aangetroffen bij respectievelijk 59 en 48% van de deelnemers.
INTERLACE rekruteerde patiënten uit diverse gezondheidszorgomgevingen. Omdat de gebruikte middelen overal ter wereld verkrijgbaar zijn, ook in lage-inkomenslanden, zou inductiechemotherapie gevolgd door chemoradiotherapie volgens de onderzoekers in alle landen haalbaar moeten zijn.
Bron:
McCormack M, et al. A randomised phase III trial of induction chemotherapy followed by chemoradiation compared with chemoradiation alone in locally advanced cervical cancer: The GCIG INTERLACE trial. ESMO 2023, abstract LBA8.