Voor het eerst is er een klinisch bewijs dat orale toediening van een preparaat met een niet-levende commensale bacteriestam, EDP1815, de inflammatie bij psoriasispatiënten kan matigen. De resultaten van een fase Ib-klinische studie zijn op het EADV-congres gepresenteerd. Een fase II-onderzoek is gaande.
Dr. Douglas Maslin, dermatoloog en farmacoloog in Addenbrooke’s Hospital in Cambridge, Verenigd Koninkrijk, presenteerde de eerste resultaten van dit onderzoek. Hij noemt het onderzoek een ‘doorbraak die mogelijk voorziet in een grote klinische behoefte bij patiënten met milde en matige klachten.’
De dunne darm speelt een belangrijke rol bij de regulatie van het immuunsysteem, het metabolisme en het zenuwstelsel. Na orale toediening van een microbe komt een systemische therapeutische immuunrespons op gang, die bestaat uit interactie tussen de dunne darm en een netwerk dat zich in de rest van het lichaam bevindt, zonder dat de microbe in het lichaam wordt opgenomen.
EDP1815 is gemaakt van een stam van de bacterie Prevotella histicola, die is geïsoleerd uit de dunne darm van een humane donor. Het studiemedicijn is getest bij twee cohorten van 12 en 18 patiënten met milde tot matige psoriasis. De patiënten zijn 28 dagen behandeld en 42 dagen gevolgd op het klinisch effect en het optreden van bijwerkingen.
EDP1815 werd goed verdragen. Na de behandelperiode was de score op de Psoriasis Area and Severity Index (PASI) in beide cohorten samen gemiddeld met 16% afgenomen; na behandeling met placebo bedroeg de reductie 1%. Bij de hoogste dosis verminderde de PASI-score in de follow-upperiode verder naar 21%. Deze uitkomst is volgens Maslin indicatief voor een aanhoudend klinisch effect.
Een tweede maat was de Lesion Severity Score (LSS). Deze nam na 28 dagen behandelen af met 15 en 23% bij een hoge respectievelijk lage dosis EDP1815; bij placebo was de LSS 1% minder dan de uitgangswaarde. Ook hier nam de klinische verbetering in de follow-upperiode bij de hoogste dosis nog verder toe naar 24%.
Bron