Mensen met hiv die integraseremmers gebruiken, hebben een verhoogde kans op diabetes vergeleken met mensen met hiv die deze middelen niet gebruiken. Dit verschil verdween voor een deel na correctie voor veranderingen in BMI en voor andere variabelen. Er was geen verschil in het risico op diabetes tussen gebruikers van tenofoviralafenamide (TAF) en tenofovirdisoproxilfumaraat (TDF).
RESPOND is een prospectieve studie waarin data van 17 Europese en Australische hiv-cohorten zijn verenigd, met in totaal ruim 32.000 deelnemers. Ze werden in de hier beschreven analyse meegenomen als er van hen metingen beschikbaar waren van CD4, hiv-RNA en, op meerdere momenten, BMI. Geëxcludeerd werden mensen die al diabetes hadden, evenals zwangere vrouwen.
Er werden 20.865 mensen met hiv geïncludeerd, voor het grootste deel mannen (74%) en merendeels blank (73%). De mediane leeftijd was 45 jaar (IQR 37-52 jaar), de mediane BMI was 24 (IQR 22-26). Tijdens een follow-up van 107.641 persoonsjaren werd 785 keer de diagnose diabetes gesteld, oftewel 0,73 (95%-BI 0,68-0,78) per 100 persoonsjaren. Het log-BMI vertoonde een sterke associatie met diabetes, met een aangepaste incidentieratio (aIRR) van 18,2 per logtoename (95%-BI 11,7-28,3; p < 0,001).
In een univariate analyse was huidig gebruik van integraseremmers (INSTI’s) geassocieerd met een verhoogde kans op diabetes (IRR 1,58; 95%-BI 1,37-1,82; p < 0,001). Deze uitkomst kwam wat lager uit na correctie voor BMI en andere variabelen (aIRR 1,48; 95%-BI 1,28-1,72; p < 0,001). Bij gebruik van TAF was het risico op diabetes even hoog als bij gebruik van TDF (aIRR 0,98; 95%-BI 0,79-1,20; p = 0,818).
Bron: