Een intensieve screening in de vorm van een PSA-test aangevuld met de Stockholm3-test lijkt de mortaliteit door prostaatkanker te kunnen verlagen. Dit is de voorzichtige conclusie van de STHLM3-trial. Een langere follow-up is nodig om hier meer zekerheid over te kunnen krijgen.
STHLM3 is een populatieonderzoek waarbij in 1 keer een prostaatspecifieke antigeentest (PSA-test) en de Stockholm3-test worden afgenomen. Deze Stockholm3-test analyseert 6 plasmaproteïnemarkers, 232 genetische polymorfismen en klinische variabelen, zoals leeftijd, familiale voorgeschiedenis en al uitgevoerde prostaatbiopten. Het doel is om prostaatkanker met een Gleason-score van ≥ 7 te ontdekken.
STHLM3 werd uitgevoerd tussen 2012 en 2015. Er werden 168.707 mannen uit Stockholm uitgenodigd voor een screening, van wie er 58.909 (35%) deelnamen. Mannen met een PSA ≥ 3 ng/ml of een Stockholm3-score van ≥ 10% kregen het advies een prostaatbiopt te laten afnemen.
De onderzoekers berekenden de cumulatieve incidentie en het risicoratio (RR) na 6,5 jaar van de diagnose prostaatkanker, mortaliteit door prostaatkanker, en mortaliteit ongeacht de oorzaak. Ze vergeleken deze uitkomsten in de groep die uitgenodigd was voor screening (groep A) met de uitkomsten in de groep die niet was uitgenodigd (groep B); het was dus een intention-to-screenanalyse.
Na 6,5 jaar follow-up waren 91 mannen uit groep A overleden aan prostaatkanker versus 51 uit groep B (RR 0,76; 98%-BI 0,50-1,14). Het aantal diagnoses prostaatkanker was hoger in groep A dan in groep B: 5310 versus 1742 (RR 1,21; 1,15-1,29). Het aantal mannen dat in groep A en B was overleden ongeacht de oorzaak, was 7784 versus 3189 (RR 1,03; 0,98-1,08).
De follow-up van deze studie loopt door.
Bron: