Mepolizumab is niet alleen in klinische trials maar ook in de dagelijkse klinische praktijk effectief voor de behandeling van ernstig eosinofiel astma. Dit effect geldt voor patiënten uit verschillende landen, met verschillende gezondheidszorgsystemen, zo blijkt uit de REALITI-A-studie. Tijdens de ATS 2022 presenteerden de onderzoekers de resultaten voor de volledige studiepopulatie van de interimanalyse na een jaar.
De REALITI-A-studie is een twee jaar durende, internationale, prospectieve observationele studie onder 822 volwassenen met ernstig eosinofiel astma. Deelnemers krijgen gedurende twee jaar mepolizumab (100 mg subcutaan) toegediend. De studie vindt plaats in zeven landen: België, Duitsland, Italië, Spanje, het Verenigd Koninkrijk (VK), de Verenigde Staten van Amerika (VS) en Canada.
Het primaire eindpunt van de studie is het aantal klinisch significante astma-exacerbaties (CSE’s). Dit zijn exacerbaties waarbij systemische corticosteroïden of een opname in het ziekenhuis/de spoedeisende hulp nodig is. Secundaire eindpunten zijn het verschil in de dosering van onderhoudsmedicatie met orale corticosteroïden (mOCS) tijdens de follow-up in vergelijking met baseline en de astmacontrole (ACQ-5).
Het aantal CSE’s nam gemiddeld af met 71%, van 4,28 in de 12 maanden voorafgaand aan de studie tot 1,23 in de eerste 12 maanden tijdens het gebruik van mepolizumab. De afname varieerde van 62-63% (VK, VS) tot 80-82% (Spanje, Italië). Onder patiënten die op baseline mOCS gebruikten (n = 319) nam de mediane dosis van het gebruik af met 75% van 10,0 naar 2,5 mg/dag. In Italië, Spanje en de VS nam dit zelfs af tot 0,0 mg/dag. De astmacontrole nam toe (gemiddelde ACQ-5-score op baseline: 2,9; na 12 maanden: 1,5). Deze afname was het grootst in Duitsland (van 3,7 naar 1,0).
De huidige interimanalyse laat zien dat mepolizumab effectief is voor de behandeling van ernstig eosinofiel astma. Dit effect wordt niet alleen waargenomen in klinische trials, maar ook in real-world data.
Bron: