Een intravitreaal axitinib-implantaat met geleidelijke afgifte van medicatie leidde in een fase I-studie tot veelbelovende uitkomsten bij patiënten met niet-proliferatieve diabetische retinopathie. Daarbij lijkt de behandeling een gunstig bijwerkingenprofiel te hebben.
In de fase I HELIOS-studie werd het middel OTX-TKI onderzocht, een middel dat bestaat uit een sustained-release hydrogel met axitinib. Axitinib is een multikinase-inhibitor met een hoge affiniteit voor verschillende typen VEGF-receptoren. Bij deze behandeling wordt intravitreaal gel aangebracht, dat vervolgens geleidelijk deze axitinib afgeeft. De studie randomiseerde patiënten met niet-proliferatieve diabetische retinopathie (NPDR) en behandelde 13 patiënten met een eenmalige injectie van OTX-TKI en 8 met een placeboprocedure.
OTX-TKI werd over het algemeen goed verdragen. Alle bijwerkingen waren mild en waren gelijk verdeeld over beide onderzoeksgroepen. Er werden geen ernstige oculaire bijwerkingen gezien en er was geen sprake van injectiegerelateerde bijwerkingen.
Behandeling met OTX-TKI leidde na 48 weken tot een verbetering van de Diabetic Retinopathy Severity Scale (DRSS)-score bij 46,2% van de patiënten. In deze OTX-TKI-groep werd bij geen van de patiënten een verslechtering van de DRSS gezien. Daarentegen verbeterde de DRSS bij geen enkele patiënt in de controlegroep en verslechterde de DRSS-in deze groep bij 25%.
Verder traden zogenoemde visusbedreigende ontwikkelingen op bij 37,5% van de patiënten in de controlegroep; bij 12,5% was sprake van progressie naar proliferatieve diabetische retinopathie en bij 25% van progressie naar centraal diabetisch maculaoedeem. In de groep die was behandeld met OTX-TKI vertoonde geen van de patiënten (0%) progressie. De gemiddelde best-gecorrigeerd visus verbeterde met 1,8 letters in de OTX-TKI-groep en met 0,1 letter in de controlegroep. Verder nam de centrale subvelddikte in de OTX-TKI-groep toe met 5,75 µm en nam deze in de controlegroep af met 15,96 µm.
Bron: