Onderzoekers uit Lyon ontdekten dat de urine oxalaat-creatinineratio een uitstekende diagnostische performance heeft én efficiënt is voor het opsporen van hyperoxalurie in hoogrisicopopulaties. Toch blijft een oxalaatmeting in een 24 uursurineverzameling nodig voor de diagnose, omdat de positieve voorspellende waarde van de ratio te laag is.
Primaire en secundaire hyperoxalurie worden gekenmerkt door sterk verhoogde urine oxalaatconcentraties, een verhoogd risico op nierstenen, nefrocalcinose en chronische nierschade. Juist patiënten met enterische hyperoxalurie hebben een verhoogd risico op oxalaatnefropathie. Om hen te identificeren is 24 uursurineverzameling nodig, maar vaak lukt het niet om die compleet te krijgen. Letourneau en collega’s bekeken daarom of de urine oxalaat-creatinineratio als alternatief gebruikt kan worden in de screening op hyperoxalurie.
Hiervoor gebruikten ze gegevens van 1.485 patiënten die om verschillende redenen 24 uursurine moesten verzamelen, waaronder nierdonoren, mensen die bariatrische chirurgie ondergingen en patiënten met short bowel syndrome, nefrolithiase of andere nierproblemen. Voor 37% van de deelnemers was de urineverzameling niet compleet, waardoor gegevens van 974 deelnemers overbleven. Van hen bleek 19% hyperoxalurie te hebben, met een hogere prevalentie onder vrouwen dan onder mannen (25 vs. 13%). De mediane oxalurie per 24 uur was 244 μmol bij gezonde deelnemers (onder andere nierdonoren) en 548 μmol bij deelnemers met gezondheidsproblemen. Verder was er een sterke correlatie tussen de urine oxalaat-creatinineratio en de 24 uursoxalaatexcretie (Spearmans rangcorrelatiecoëfficiënt 0,8; p < 0,001).
Met ROC-curves werd vervolgens de diagnostische performance van de ratio beoordeeld. De optimale afkapwaarde voor de hele populatie leverde een area under the curve (AUC) op van 0,97 (95%-BI 0,96-0,98). Bij een maximale sensitiviteit (1,0) was de diagnostische afkapwaarde een oxalaat-creatinineratio van 0,025 mmol/mmol (specificiteit 0,65). De positief voorspellende waarde hierbij was echter 0,4 en dat is te laag voor een geschikte diagnostische test.
Bron: