Een landelijke registerstudie uit Zweden toonde aan dat hiv-patiënten met een goed behandelde hiv-infectie een vergelijkbare kans op ernstige COVID-19 hebben als hiv-negatieve personen. Bij opname op de IC krijgen patiënten met een hiv-infectie wel vaker tocilizumab dan patiënten zonder hiv.
In deze registerstudie werden 121 hiv-patiënten geïncludeerd en daarnaast bijna 65.000 hiv-negatieve personen die vanwege COVID-19 op de intensive care (IC) waren opgenomen. De hiv-patiënten waren jonger (mediane leeftijd 57 vs. 65 jaar; p < 0,001) en vaker man (68 vs. 57%; p = 0,015) in vergelijking met de hiv-negatieve personen. Er was geen verschil in opleidings- en inkomensniveau en comorbiditeit. De meeste opgenomen hiv-patiënten hadden een niet-detecteerbare hiv-RNA-titer (93%) en een hoog CD4-aantal (mediaan 560 cellen/mm3).
Ernstige COVID-19 werd vastgesteld bij 17 hiv-patiënten (14%) en bij bijna 15.000 hiv-negatieve personen (23%). 10 patiënten (8%) met en ruim 10.000 patiënten (16%) zonder hiv-infectie overleden binnen 90 dagen.
De hiv-status ging niet gepaard met een grotere kans op ernstige COVID-19 (aangepaste odds ratio 0,88). Een hogere leeftijd ging wel gepaard met ernstige COVID-19 bij hiv-patiënten (aOR 1,08). Hiv-patiënten met een of meer vormen van comorbiditeit hadden vier keer meer kans op ernstige COVID-19 dan hiv-patiënten zonder comorbiditeit (aOR 4,3).
Het inkomens- en opleidingsniveau en een migrantenstatus van hiv-patiënten waren niet geassocieerd met ernstige COVID-19. Er werd ook geen verband gevonden met het niveau van het hiv-RNA, het CD4-aantal tijdens opname en op nadir, en de wijze van hiv-overdracht.
Hiv-patiënten op de IC hadden in vergelijking met de niet-hiv-patiënten op de IC 6 keer meer kans om met tocilizumab te worden behandeld (aOR 6,1), zelfs na correctie voor regionale verschillen in de vroege implementatie van tocilizumab in de klinische praktijk. Er was geen verschil in het aantal patiënten dat werd behandeld met steroïden (aOR 0,9).
Bron