De kosten van immuuncheckpointremmers bij de behandeling van solide tumoren stegen tussen 2017 en 2023 in Nederland met een factor van bijna 7, wat overeenkomt met 365 miljoen. Meer dan 70% van het totale budget werd besteed aan indicaties met een voordeel in totale overleving van meer dan 6 maanden.
Immuuncheckpointremmers (ICI) hebben de therapeutische benadering in de oncologie drastisch veranderd. De omvang van het klinische voordeel varieert echter per tumortype.
Alle indicaties worden door de Nederlandse Vereniging voor Medische Oncologie (NVMO) getoetst op klinische relevantie. Vervolgens worden de relatieve effectiviteit en kosteneffectiviteit beoordeeld door het Zorginstituut Nederland of de CieBAG van Zorgverzekeraars Nederland. Het is echter onbekend hoe deze zorguitgaven uiteindelijk correleren met klinisch (overlevings)voordeel.
Nederlandse onderzoekers identificeerden daarom alle geregistreerde EMA-indicaties voor ICI voor solide tumoren. Uit het Nederlandse G-standaardregister verkregen ze de vergoedingsstatus per ICI-indicatie. Ze vergeleken daarna de uitgaven met de European Society for Medical Oncology Magnitude of Clinical Benefit Scale (ESMO-MCBS) en het absolute totale overlevingsvoordeel (OS).
De jaarlijkse uitgaven aan ICI voor solide tumoren stegen van 63 miljoen euro in 2017 naar 429 miljoen in 2023. In 2023 wordt het overgrote deel van het totale budget, 379 miljoen (88%), uitgegeven aan indicaties met een gedefinieerd ‘groot voordeel’ (MCBS 4-5 en B-C). Slechts 8 miljoen (2%) werd uitgegeven aan indicaties met score 1 of C.
In 2023 was het budget dat werd uitgegeven aan ICI met minder dan 3 maanden OS-voordeel 31 miljoen (9%), met 3 tot 6 maanden OS-voordeel 72 miljoen (20%) en met meer dan 6 maanden OS-voordeel 256 miljoen (71%).
Bron:
Huisman AH, et al. Cost and value of EMA-registered checkpoint inhibitors for solid tumours in the Netherlands. ESMO 2024, abstract 1535O.