Suppletie van L-carnitine verbetert de conditie van de lever bij patiënten met non-alcoholic fatty liver disease (NAFLD). Dat blijkt uit een studie waarin deze interventie is vergeleken met leefstijladvies. De resultaten van het onderzoek zijn als late-breaking abstract gepresenteerd tijdens de UEG Week.
L-carnitine speelt een belangrijke rol in het lipidenmetabolisme en bij de bètaoxidatie van langeketenvetzuren in mitochondriën. Het middel zou daarom mogelijk voor een verbetering kunnen zorgen van de conditie van de lever bij NAFLD-patiënten.
Onderzoekers van de afdeling Gastro-enterologie van de Ahvaz Jundishapur universiteit, voerden een studie uit waarbij NAFLD-patiënten 3 maanden lang ofwel L-carnitinesuppletie kregen of het reguliere leefstijladvies. Voor en na de interventie is de conditie van de lever met echografie en de analyse van transaminasen in bloed onderzocht.
Aan de studie deden 393 patiënten mee, die afkomstig waren uit 11 landen, voornamelijk in het Midden-Oosten of Noord-Afrika. Deze patiënten hadden vooral hyperlipidemie (47,6%), hypertensie (40,5%) en diabetes type 2 (31,6%) als comorbiditeit.
In de interventiegroep daalde de concentratie van het enzym alaninetransaminase (ALT) in serum significant meer dan in de controlegroep. Suppletie van L-carnitine zorgde voor een afname van 65,6 naar 40,9 U/l, de leefstijlinterventie zorgde voor een afname van 62,8 naar 50,7 U/l. Iets vergelijkbaars gold voor de concentratie van het enzym aspartaattransaminase (AST): dit nam met L-carnitine-suppletie af van 50,9 naar 35,7 U/l en met leefstijlinterventie van 54,7 naar 44,9 U/l. Echografisch onderzoek van de lever wees uit dat het percentage graad 3 NAFLD-patiënten was afgenomen van 37,9% voor de interventie naar 12,6% na de studie. In de controlegroep was deze afname significant minder: van 36,6% naar 22,7%.
Bron: