Adjuvante behandeling met atezolizumab is vergeleken met de beste ondersteunende behandeling geassocieerd met een langere ziektevrije overleving en minder recidieven bij patiënten met stadium II-IIIA NSCLC en een PD-L1-expressie ≥ 50%.1
Uit eerder gepubliceerde resultaten van de gerandomiseerde fase III IMpower010-studie bleek dat adjuvante behandeling met atezolizumab vergeleken met de beste ondersteunende behandeling (BSC) geassocieerd was met een significant betere ziektevrije overleving (DFS) bij patiënten met stadium II-IIIA niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC).2 De huidige analyse betreft de groep patiënten met een PD-L1-tumorcelexpressie van ten minste 50%.
Uit de subgroepanalyse blijkt dat adjuvant atezolizumab versus BSC geassocieerd is met een betere DFS bij patiënten met stadium II-IIIA NSCLC en een PD-L1-expressie van ≥ 50%.1 Dit DFS-voordeel van atezolizumab was zowel aanwezig in de totale groep als in de groep zonder patiënten met een afwijking in EGFR of ALK (beide HR 0,43), en in veruit de meeste subgroepen, zoals die op grond van leeftijd, geslacht en ziektestadium. Daarnaast is atezolizumab vergeleken met BSC geassocieerd met een lager risico op relaps: 22 versus 44% van de patiënten.
Het toxiciteitsprofiel van adjuvant atezolizumab bij patiënten met een PD-L1-expressie van ≥ 50% was vergelijkbaar met het profiel in de totale populatie. In de eerstgenoemde populatie kwamen behandelingsgerelateerde graad 3/4-bijwerkingen voor bij 11 en 0% van de patiënten in respectievelijk de atezolizumab- en de BSC-arm. Ernstige behandelingsgerelateerde bijwerkingen kwamen voor bij respectievelijk 7 en 0% van de patiënten. Bijwerkingen van atezolizumab leidden tot dosisreducties en stopzetting van de behandeling bij respectievelijk 29 en 19% van de patiënten.
2. Felip E, et al. Adjuvant atezolizumab after adjuvant chemotherapy in resected stage IB-IIIA non-small-cell lung cancer (IMpower010): a randomised, multicentre, open-label, phase 3 trial. Lancet. 2021;398:1344-57.