Een klein aantal patiënten met gevorderd SCLC heeft langdurig baat bij behandeling met pembrolizumab en etoposide/platinum. Dit blijkt uit de langetermijnresultaten van de KEYNOTE-604.
Voor de KEYNOTE-604 werden 453 patiënten met extensive-stage SCLC gerandomiseerd naar pembrolizumab plus chemotherapie of placebo plus chemotherapie. Eerder gepresenteerde resultaten lieten al zien dat de behandeling de PFS significant verbeterde (HR 0,75), maar dat er geen significant overlevingsvoordeel was (HR 0,80; p = 0,0164). Tijdens de WCLC presenteerden de onderzoekers de resultaten na 3,5 jaar follow-up.
De geüpdatete resultaten lieten zien dat na 3 jaar de OS in de pembrolizumab- en de placebogroep 15,5 en 5,9% was. De mediane OS was respectievelijk 10,8 en 9,7 maanden. Deze data laten zien dat SCLC een moeilijk te behandelen ziekte is, aldus de onderzoekers, maar zij beklemtoonden dat er wel een kleine staart aan de curve zit. Na 4 jaar was nog ongeveer 10% van de patiënten in de pembrolizumabgroep in leven, ten opzichte van ongeveer 5% in de placebogroep. Ook bleef een klein aantal patiënten, 6% na drie jaar, vrij van progressie, terwijl bij chemotherapie bijna alle patiënten progressie vertoonden.
De onderzoekers deelden mee dat 18 patiënten de volledige twee jaar onderzoeksperiode werden behandeld met pembrolizumab. Er waren echter geen klinische kenmerken waarmee deze patiënten geïdentificeerd zouden kunnen worden. 14 patiënten waren nog in leven op het moment van de laatste analyse. In de placebogroep was dit het geval bij 2 patiënten.
De resultaten ondersteunen verder onderzoek naar combinatiebehandeling met pembrolizumab bij extensive-stage SCLC, zo stellen de onderzoekers. Zij vertelden dat een dergelijke combinatiebehandeling momenteel wordt onderzocht in de fase III-KEYVIBE-studie.
Bron: