Ook na een langere follow-up blijkt een behandeling met venetoclax-obinutuzumab bij patiënten met niet eerder behandelde chronische lymfatische leukemie superieur aan chloorambucil met obinutuzumab.
Venetoclax-obinutuzumab (ven-obi) is tegenwoordig een standaardbehandeling voor patiënten met niet eerder behandelde chronische lymfatische leukemie (CLL). De CLL14-studie toonde eerder een hoge werkzaamheid en goede verdraagbaarheid van ven-obi aan bij patiënten met CLL met comorbiditeit. Inmiddels zijn er ook resultaten na 6 jaar follow-up bekend.
In de studie werden 432 patiënten met niet eerder behandelde CLL en comorbiditeit 1:1 gerandomiseerd naar 12 cycli venetoclax met 6 cycli obinutuzumab, of 12 cycli chloorambucil met 6 cycli obinutuzumab (clb-obi).
Na een mediane follow-up van 76,4 maanden bleef de progressievrije overleving (PFS), het primaire eindpunt van de studie, superieur voor ven-obi vergeleken met clb-obi (PFS 76,2 vs. 36,4 maanden). 6 jaar na randomisatie was de PFS 53,1% na ven-obi en 21,7% na clb-obi.
Ziekteprogressie (PD) trad op bij 67 patiënten in de ven-obi-arm; bij 39 van hen werd een tweedelijnsbehandeling gestart. In de clb-obi-arm was dit bij 141 patiënten het geval; er werden 103 tweedelijnsbehandelingen gestart. In totaal waren er 48 sterfgevallen in de ven-obi-arm, waarvan 9 PD-gerelateerd, en 70 in de clb-obi-arm, waarvan 26 PD-gerelateerd. Na 6 jaar was de totale overleving (OS) 78,7% in de ven-obi-arm versus 69,2% in de clb-obi-arm.
Bron: