Fysieke activiteit verzwakt het effect van luchtverontreiniging op de longfunctie. Bij COPD-patiënten die op een dag weinig tot matig lichamelijk actief zijn, is een hogere blootstelling aan stikstofdioxide (NO2) geassocieerd met een lagere longfunctie de volgende ochtend. Bij patiënten die actiever zijn en ruim 4000 stappen per dag zetten is dit niet het geval.
Blootstelling aan luchtverontreiniging is onder volwassenen met COPD geassocieerd met een lagere longfunctie. Lichamelijke activiteit heeft voor deze groep juist voordelige gezondheidseffecten. Door een versnelde ademhaling verhoogt het echter ook de hoeveelheid ingeademde luchtverontreiniging. Het is nog niet bekend of lichamelijke activiteit het effect van luchtverontreiniging op de luchtwegen versterkt of juist vermindert.
Amerikaanse onderzoekers bestudeerden de interactie tussen de dagelijkse lichamelijke activiteit en persoonlijke blootstelling aan luchtverontreiniging in relatie tot de longfunctie van COPD-patiënten. Hiervoor volgden zij een groep van 30 voormalige rokers met matig tot ernstig COPD gedurende vier niet-opeenvolgende maanden in het jaar, tijdens verschillende seizoenen. De deelnemers droegen een Fitbit (stappenteller) en een draagbare luchtkwaliteitsmeter (meting van blootstelling aan fijnstof (PM2,5), stikstofdioxide (NO2) en ozon). Hun longfunctie (FEV1, FVC) maten de deelnemers ’s ochtend met behulp van een office-spirometer.
De lichamelijke activiteit (aantal stappen) op een dag hing niet samen met de longfunctie op de volgende ochtend. Wel was er verband tussen de blootstelling aan NO2 op een dag en de longfunctie de volgende ochtend. Voor elke 5,1 ppb toename in NO2-blootstelling* nam de FEV1 met 13,2 ml af (95%-BI -20,6; -5,8) en de FVC met 18,2 ml (95%-BI -32,3; -4,0). Blootstelling aan fijnstof of ozon was niet geassocieerd met de longfunctie.
* Gebaseerd op de Inter Quartile Range van de blootstelling.
Bij patiënten die minder lichamelijke actief waren (< 1958 stappen per dag), was een toename van de NO2-blootstelling geassocieerd met een afname in de FEV1 en FVC. Voor gemiddeld actieve patiënten (1958-4162 stappen per dag) gold dit alleen voor de FEV1. Voor actieve patiënten (> 4162 stappen per dag) was er geen associatie.
Volgens de onderzoekers kan lichamelijke activiteit de associatie tussen de persoonlijke blootstelling aan NO2 en de longfunctie afzwakken.
Bron: