Bij dialysepatiënten met een hoog cardiovasculair (CV) risico kan risicovolle longcongestie of overhydratatie relatief gemakkelijk en veilig worden opgespoord met behulp van echografisch onderzoek.
Longcongestie komt veelvuldig voor bij dialysepatiënten met een hoog cardiovasculair (CV) risico, inclusief patiënten met coronaire hartziekte en hartfalen (HF). Longcongestie vormt een predispositie voor gedecompenseerd hartfalen en longoedeem, waardoor het des te belangrijker is dat dit (tijdig) wordt ontdekt. Door middel van echografisch onderzoek van de longen kan de mate van longcongestie relatief eenvoudig worden geschat. Daardoor is het mogelijk de therapie voor longcongestie individueel aan te passen. Een internationale multicenterstudie bij 363 patiënten onderzocht of een dergelijke op echografie gebaseerde benadering de patiëntuitkomsten verbetert.
De primaire eindpunten waren mortaliteit, hartaanval en gedecompenseerd HF. Deze strategie werd vergeleken met standaardzorg bij dialysepatiënten die een hoog CV-risico hadden. In de echografiegroep (n = 183) nam het aantal B-lijnen (de metingsparameters) af van 15 naar 9 van het begin tot het einde van de studie; in de controlegroep (n = 180) nam het aantal B-lijnen toe van 16 naar 30. In de echografiegroep bereikte 78% van de patiënten de streefwaarde (minder dan 15 B-lijnen) in vergelijking met 56% van de patiënten in de controlegroep (p < 0,001). In de follow-upperiode die gemiddeld 1,49 jaar bedroeg, werd het primaire eindpunt door 35% van de patiënten in de echografiegroep en door 39% van de patiënten in de controlegroep bereikt. Uit de secundaire post-hocanalyses bleek echter dat zich in de echografiegroep significant minder frequente episodes van gedecompenseerd HF (HR = 0,37; p = 0,04) en CV-events (HR = 0,63; p = 0,04) voordeden.
Bron:
Torino C, et al. A lung ultrasound guided treatment strategy (LUST) in endstage kidney disease patients at high cardiovascular risk: a randomized multicenter trial. ERA-EDTA 2021. Abstract LB004.