Een fase I-studie met het nieuwe medicijn LY3866288 (LOXO-435) toont aan dat deze selectieve FGFR3-remmer een antitumoreffect heeft bij patiënten met gemetastaseerd urotheelcelcarcinoom met FGFR3-afwijkingen. De FORAGER-studie is de eerste studie waarin LOXO-435 bij mensen wordt onderzocht.1
LOXO-435 is een FGFR3-remmer die specifiek is ontworpen om FGFR3-gerelateerde tumoren aan te pakken, met als doel minder bijwerkingen te veroorzaken dan pan-FGFR-remmers zoals erdafitinib. Het medicijn wordt in de fase I FORAGER-studie onderzocht bij patiënten met gevorderde solide tumoren met genetische veranderingen in FGFR3, waaronder gemetastaseerd urotheelcelcarcinoom. FGFR3-afwijkingen, met name de S249C-mutatie, komen veel voor bij gemetastaseerd urotheelcelcarcinoom en dragen bij aan de ziekteprogressie.
De studie includeerde 107 patiënten, van wie 69 met urotheelcelcarcinoom, die werden behandeld met verschillende doseringen. Er werd geen dosislimiterende toxiciteit waargenomen en slechts bij enkele patiënten was een dosisreductie nodig. De meest voorkomende bijwerkingen waren diarree, hyperfosfatemie en vermoeidheid, maar deze waren overwegend van graad 1 of 2. De behandeling leidde slechts in beperkte mate tot bijwerkingen die vaak voorkomen bij erdafitinib, zoals retinopathie en het hand-voetsyndroom.
Bij 39 patiënten kon de effectiviteit van de behandeling worden beoordeeld. In deze groep was het objectieve responspercentage (ORR) 41%, inclusief responsen bij patiënten die eerder een FGFR-remmer kregen. Bij 41% was sprake van een partiële respons en bij 49% van stabiele ziekte, wat resulteerde in een ziektecontrolepercentage van 90%. Momenteel wordt 75% van de responders nog steeds behandeld met LOXO-435.
De onderzoekers kondigen aan dat later dit jaar een nieuw cohort van start gaat, waarin LOXO-435 wordt gecombineerd met enfortumab vedotin en pembrolizumab als eerstelijnsbehandeling voor FGFR3-positief gemetastaseerd urotheelcelcarcinoom.
Bron: