Patiënten met atriumfibrilleren of een voorgeschiedenis van veneuze trombo-embolie (VTE), die naast directe orale anticoagulantia (DOAC) dagelijks acetylsalicylzuur gebruiken, blijken een aanzienlijk hoger risico te hebben op bloedingscomplicaties dan degenen die alleen een DOAC gebruiken.
Van de 2045 patiënten die aanvankelijk voor de studie werden gevolgd, gebruikte bijna een derde (647) acetylsalicylzuur, hoewel er geen duidelijke indicatie was om dit te doen, zoals een recente hartaanval. De onderzoekers concentreerden zich in hun analyse op twee groepen van 639 gematchte patiënten met vergelijkbare demografie, comorbiditeit en medicijnen.
Van de patiënten die acetylsalicylzuur gebruikten, namen de meesten (90,3%) een lage dosis (≤ 100 mg per dag). Vergeleken met patiënten die alleen een DOAC gebruikten, hadden degenen die een DOAC plus acetylsalicylzuur gebruikten gedurende een gemiddelde follow-up van 15 maanden 319 versus 261 bloedingen. Dit verschil (22%) werd grotendeels veroorzaakt door klinisch relevante niet-ernstige bloedingen. Het ging hierbij vooral om cutane, gastro-intestinale en urogenitale bloedingen.
Het risico op een beroerte, VTE of hartaanval was vergelijkbaar tussen patiënten die beide geneesmiddelen gebruikten en patiënten die alleen DOAC gebruikten (respectievelijk 19 en 18 events). Patiënten die beide geneesmiddelen gebruikten, werden vaker gezien op de eerste hulp of opgenomen in het ziekenhuis. Dit was voornamelijk als gevolg van bloedingen, maar dit verschil was niet significant.
Schaefer JK, et al. Impact of adding aspirin to direct oral anticoagulant therapy without an apparent indication. ASH Annual Meeting and Exposition 2019, abstract 787.