Head-to-head vergelijkingen van de klinische voordelen tussen GLP-1-receptoragonisten en SGLT2-remmers zijn er nog niet veel. Reden om een real-world onderzoek uit te voeren naar de cardiovasculaire voordelen van deze twee middelen als toevoeging op metformine.
Vijf jaar lang zijn 11.911 type 2-diabetespatiënten gevolgd (≥ 18 jaar) die ofwel een GLP-1-receptoragonist of een SGLT2-remmer gebruikten als toevoeging op metformine. Het primaire eindpunt van de studie was een samengesteld eindpunt (MCC), waaronder een myocardinfarct (MI), ziekenhuisopname voor congestief hartfalen (CHF) en beroerte. De secundaire eindpunten bestonden uit de afzonderlijke componenten.
Significant lagere risico’s MCC
Er werd geen verschil gezien in het risico op het samengestelde eindpunt of op de losse componenten tussen GLP-1RA-gebruikers en SGLT2i-gebruikers die geen vastgestelde hart- en vaatziekten hadden. Wel werden bij patiënten met vastgestelde cardiovasculaire complicaties die een SGLT2-remmer gebruikten significant lagere risico’s van MCC (HR 0,67; 95%-BI 0,47-0,97) en CHF (HR 0,47; 95%-BI 0,28-0,79) waargenomen in vergelijking met patiënten die een GLP-1-receptoragonist gebruikten.
Secundaire preventie
SGLT2-remmers lijken een groter cardioprotectief voordeel te hebben dan GLP-1-receptoragonisten als het gaat om secundaire preventie bij volwassenen met type 2-diabetes.
Bron: