Na het stoppen van mepolizumab treden meer exacerbaties op en is er een kortere periode tot de eerste exacerbatie. Daarnaast verslechtert de astmacontrole in vergelijking met patiënten die doorgaan met mepolizumab. Deze resultaten van de COMET-studie ondersteunen het beleid om bij de meeste patiënten met ernstig eosinofiel astma door te gaan met mepolizumab.
De werkzaamheid en veiligheid op de lange termijn van mepolizumab bij de behandeling van patiënten met ernstig eosinofiel astma zijn vastgesteld. In de COMET-studie is onderzocht wat de uitkomsten zijn na voortzetting of stopzetting van langdurige behandeling met mepolizumab.
Doorgaan versus stoppen
Patiënten die hiervoor in aanmerking kwamen, hadden de COLUMBA- of COSMEX-studie voltooid en kregen daarna gedurende minimaal 3 jaar mepolizumab als doorgaande behandeling (d.w.z. geen onderbrekingen ≥ 12 weken) en vervolgden bovendien de reguliere (medicamenteuze) behandeling.
Vervolgens gingen ze willekeurig ofwel door met subcutaan mepolizumab 100 mg iedere vier weken gedurende 52 weken (n = 144), ofwel stopten met mepolizumab en switchten naar placebo (n = 151). Na een exacerbatie mochten ze terugswitchen naar open-label mepolizumab.
Minder exacerbaties
Het primaire eindpunt was de periode tot eerste klinisch-relevante exacerbatie, waarvoor systemische corticosteroïden, bezoek aan de Spoedeisende Hulp of opname nodig waren. 46% van de patiënten die doorgingen met mepolizumab, en 59% van de patiënten die met mepolizumab stopten (placebogroep) hadden een exacerbatie.
In de mepolizumab-groep duurde het significant langer totdat de eerste klinisch-relevante exacerbatie optrad dan in groep die met mepolizumab was gestopt (hazard ratio 0,62; p = 0,004). Ook de astmacontrole verslechterde later in de mepolizumab-groep (HR 0,66; p = 0,005).
Er was geen significant verschil tussen beide groepen wat betreft de periode tot de eerste exacerbatie waarvoor een SEH-bezoek of ziekenhuisopname nodig was (HR 1,33; p = 0,570). In beide groepen traden weinig van dergelijke events op.
Bron: