Het dagelijkse en het event-gestuurde gebruik van pre-expositieprofylaxe (PrEP) zijn beide effectief in het voorkomen van een hiv-infectie. Een gepoolde analyse van twee studies uit Nederland en België toonde aan dat een kwart van de MSM op baseline koos voor event-gestuurde PrEP. Na 28 maanden was dit aandeel vergelijkbaar.
In deze analyse zijn de data van twee demonstratieprojecten naar PrEP gepoold. De gepoolde dataset bestond uit de gegevens van 571 mannen die seks hebben met mannen (MSM): 374 mannen uit de Nederlandse AMPrEP-studie en 197 mannen uit de Belgische Be-PrEP-are-studie. In beide projecten konden de deelnemers tijdens driemaandelijkse studiebezoeken kiezen voor dagelijkse of event-gestuurde PrEP.
Een kwart (25,9%) koos op baseline voor event-gestuurde PrEP. Oudere deelnemers (aangepaste oddsratio 1,38 per 10 jaar toename in de leeftijd) en werkloze mensen (aangepaste OR 1,68) kozen op baseline vaker voor event-gestuurde PrEP.
Na een mediane follow-up van 26 maanden waren de meesten (68,3%) op geen enkel moment geswitcht tussen de twee PrEP-regimes. Van de anderen switchte 17,2% één keer en 14,5% meerdere keren. Na 28 maanden gebruikte 23,5% de event-gestuurde PrEP. Het veelvuldig switchen suggereert dat deelnemers hun PrEP-regime aanpassen aan hun veranderende behoeften.
Tijdens de studiebezoeken werden de deelnemers ook gescreend op andere soa, waaronder het hepatitis-C-virus (HCV), chlamydia, gonorroe en syfilis. De incidentiepercentages (IR’s) van HCV en syfilis verschilde niet tussen regimes. De IR’s van chlamydia en gonorroe waren hoger onder dagelijkse PrEP-gebruikers (aangepaste IR 1,61).
Hoewel de IR’s van HCV en syfilis vergelijkbaar waren in beide regimes, kan de lagere incidentie van chlamydia en gonorroe onder event-gestuurde PrEP-gebruikers erop wijzen dat zij zich minder vaak op soa laten testen.
Bron: