Methenamine is in een gerandomiseerde studie niet-inferieur gebleken aan een dagelijkse lage onderhoudsdosering antibiotica om urineweginfecties te voorkomen bij vrouwen die hier vaak last van hebben gehad. Daarom zou methenamine als niet-antibioticum eerste keuze moeten worden in de eerste lijn bij vrouwen die vaak urineweginfecties hebben.
Methenamine is een condensatieproduct van formaldehyde en ammoniak, en heeft een lokale antibacteriële werking. Om te kijken of methenamine niet-inferieur is aan antibiotica is op verzoek van de Britse National Health Service (NHS) een pragmatische vergelijkende studie opgezet. Het doel was om de relatieve klinische effectiviteit en kosteneffectiviteit van beide behandelingen te bepalen. Deelnemers waren 240 vrouwen met vaak terugkerende urineweginfecties (mediaan zes in het jaar voorafgaand aan de studie). Ze werden gerandomiseerd naar 12 maanden open-labelbehandeling met tweemaal daags methenamine of eenmaal daags een antibioticum (nitrofurantoïne, trimethoprim of cefalexine). Het primaire eindpunt was de incidentie van symptomatische urineweginfecties die behandeling met antibiotica vereiste. De niet-inferieuriteitsmarge was een verschil van één urineweginfectie per jaar.
De modified intention to treat (mITT)-analyse telde 205 deelnemers (85%). De incidentie van met antibiotica behandelde urineweginfecties was 0,89 per persoon per jaar (95%-BI 0,65-1,12) in de antibioticagroep, versus 1,38 (95%-BI 1,05-1,72) in de methenamine-groep. Het absolute verschil was 0,49 (90%-BI 0,15-0,84). Hiermee was methamine niet-inferieur aan antibiotica.
Een van de talrijke secundaire eindpunten was antibioticaresistentie. Deze was bij aanvang en na 18 maanden in beide groepen vergelijkbaar, maar was na 6-12 maanden bijna significant hoger in de antibioticagroep (p = 0,052). De meeste bijwerkingen die werden gemeld in beide groepen waren licht.
Bron