Gebruik van SGLT2-remmers rond een hartoperatie is, vergeleken met standaardzorg, geassocieerd met een significant lager risico op het ontstaan van acuut nierfalen. Dit concludeerde Lars Snel (Amsterdam UMC) in zijn presentatie. Zijn abstract werd beoordeeld als een van de 8 beste abstracts.
Acuut nierfalen dat is geassocieerd met hartchirurgie (CSA-AKI) is een veel voorkomende complicatie na een hartoperatie waarbij gebruikgemaakt wordt van een cardiopulmonaire bypass met een hart-longmachine. Deze complicatie treedt op bij 20 tot 75% van de patiënten en er is tot nu toe geen effectieve aanpak om het optreden van AKI bij deze operaties te verminderen. Omdat SGLT2-remmers effectief zijn voor het verminderen van de incidentie van AKI bij patiënten met chronische nierschade, zochten Snel en zijn collega’s uit of dat ook het geval was voor CSA-AKI.
Tussen maart 2022 en maart 2023 randomiseerden ze in hun open-label fase IV-pilotstudie 60 volwassen patiënten die electieve hartchirurgie ondergingen naar dagelijks 10 mg oraal empagliflozine (n = 29) of standaardzorg (n = 31). De empagliflozine-groep kreeg de medicatie van 3 dagen voor de ingreep tot 2 dagen erna.
SGLT2-remmers bleken te leiden tot een significant lagere incidentie van alle stadia van AKI. “Voor alle stadia gecombineerd was het absolute verschil tussen de groepen zelfs bijna 47% (20% met empagliflozine vs. 66,7% met standaardzorg). Dat verschil was zo groot dat de studie eerder is gestopt”, legt Snel uit. Verder was de glykemische controle beter in de empagliflozine-groep, met 32% minder patiënten met postoperatieve hyperglykemie vergeleken met standaardzorg (28 vs. 60%; p = 0,029).
De bevindingen worden momenteel gevalideerd in een grotere vervolgstudie: de MERCURI-2-trial. Hieraan zullen bijna 800 patiënten deelnemen, met een langere follow-upduur en een dubbelblind placebogecontroleerd design. De resultaten worden medio 2025 verwacht en Snel hoopt deze tijdens het volgende ERA-congres te kunnen presenteren.
Bron: