Isometrische kracht van de bovenbeenspieren (quadriceps) blijkt sterk geassocieerd te zijn met een lager risico op het ontwikkelen van hartfalen na een myocardinfarct. Mogelijk is skeletspierkracht een van de factoren die bijdragen aan het risico op het ontwikkelen van hartfalen na een myocardinfarct.
In een Japanse studie is de associatie onderzocht tussen de isometrische kracht van de quadriceps – een indicator van skeletspierkracht – en het risico op het ontwikkelen van hartfalen (HF) bij patiënten met acuut myocardinfarct (AMI). Dit is gedaan bij 932 patiënten die in het ziekenhuis waren opgenomen met AMI en voorafgaand aan de opname geen hartfalen (HF) hadden en geen complicaties als gevolg van HF tijdens de ziekenhuisopname ontwikkelden. De isometrische kracht werd gemeten door patiënten gedurende 5 seconden afwisselend de bovenbeenspieren van beide benen maximaal aan te laten spannen.
Uit de metingen bleek dat 48% van de patiënten een lage quadricepskracht had en 52% een hoge isometrische kracht. Tijdens een gemiddelde follow-up van 4,5 jaar ontwikkelde 7,2% van de patiënten HF. De incidentie van HF was 10,2/ 1.000 persoonsjaren bij patiënten met een hoge isometrische kracht en 22,9/1.000 persoonsjaren bij patiënten met een lage isometrische kracht. Na correctie voor factoren waarvan bekend is dat ze het risico op HF na MI verhogen – zoals leeftijd, geslacht, body mass index (BMI) en eerder MI – bleek dat een hoge isometrische kracht in verband kon worden gebracht met een 41% lager risico op het ontwikkelen van HF.
Ook is het verband tussen de kracht van de quadriceps als een continue variabele en het risico op het ontwikkelen van HF onderzocht. Daaruit kwam dat met elke 5% extra kracht in de musculus quadriceps de kans op HF 11% lager werd.
Bron:
- Ueno K, Kamiya K, Hamazaki N, et al. Leg strength and incidence of heart failure in patients with acute myocardial infarction. HF Congress 2023.