Minder rescue-medicatie nodig na sublinguale immuuntherapie

Delen via:
EAACI 2020

Het percentage patiënten dat een willekeurige vorm van rescue-medicatie of specifiek orale H1-antihistaminica of intranasale corticosteroïden gebruikte, nam significant in grotere mate af bij behandeling met sublinguale immuuntherapie (SLIT) voor huisstofmijt. Het gebruik van intranasale corticosteroïden nam het meeste af. Het is prettig voor patiënten met allergische rinitis om minder symptomatische medicatie te hoeven gebruiken.

De primaire behandeldoelen van allergeen-immuuntherapie (AIT) omvatten het:

  • verminderen van symptomen;
  • verminderen van medicatiegebruik; en
  • verbeteren van allergiegerelateerde kwaliteit van leven.

In een eerdere analyse van de grote gerandomiseerde, fase III DBPC-studie is gevonden dat behandeling met de 300IR-huisstofmijttablet resulteert in minder gebruik van rescue-medicatie bij volwassenen en adolescenten met huisstofmijt-geassocieerde allergische rinitis. Tijdens de EAACI zijn verdere secundaire resultaten gepresenteerd van het percentage patiënten dat aan het begin van de studie en gedurende de primaire studieperiode rescue-medicatie gebruikt.

300IR of placebo

Van de 1476 evalueerbare patiënten tijdens de baseine-periode van vier weken gebruikten evenveel patiënten in de 300IR- als in de placebogroepen rescue-medicatie, zowel in het algemeen als per categorie.

Vervolgens kregen de deelnemende patiënten willekeurig 300IR-huisstofmijttabletten of placebo per dag gedurende het eerste jaar. Het gebruik van H1-antihistaminica, intranasale en orale corticosteroïden als rescue-medicatie was toegestaan volgens een stapsgewijs regime, conform de EAACI Position Paper uit 2015.

Minder rescue-medicatie

Tijdens de primaire behandelperiode waren bij 1262 evalueerbare patiënten de percentages patiënten die rescue-medicatie, orale H1-antihistaminica of intranasale corticosteroïden gebruikten, lager in vergelijking met de baseline-percentages en significant lager in de 300IR-groep dan in de placebogroep.

Tussen baseline en de primaire periode gebruikte 27% minder patiënten in de 300IR-groep een vorm van rescue-medicatie versus 18% minder patiënten in de placebogroep:

  • het gebruik van H1-antihistaminica was afgenomen met respectievelijk 24 en 15%; en
  • het gebruik van intranasale corticosteroïden was afgenomen met respectievelijk 30 en 17%.

Bron:

Pfaar O, et al. Reduction in rescue medication use in patients treated with the 300IR house dust mite SLIT tablet. EAACI E-Congress 2020, abstract 1866.

5-jaarsupdate CROWN-studie toont voordeel lorlatinib ten opzichte van crizotinib

jun 2024 | Longoncologie

Lees meer over 5-jaarsupdate CROWN-studie toont voordeel lorlatinib ten opzichte van crizotinib

Subcutaan amivantamab niet-inferieur aan intraveneuze toediening

jun 2024 | Longoncologie

Lees meer over Subcutaan amivantamab niet-inferieur aan intraveneuze toediening

Adagrasib verbetert PFS ten opzichte van docetaxel bij eerder behandeld KRAS G12C+ NSCLC

jun 2024 | Longoncologie

Lees meer over Adagrasib verbetert PFS ten opzichte van docetaxel bij eerder behandeld KRAS G12C+ NSCLC

Klinische uitkomsten van desensibilisatie bij astma

jun 2024 | Astma

Lees meer over Klinische uitkomsten van desensibilisatie bij astma

Stapsgewijs afbouwen ICS haalbaar bij ernstig eosinofiel astma

jun 2024 | Astma

Lees meer over Stapsgewijs afbouwen ICS haalbaar bij ernstig eosinofiel astma

Allergisch astma voorkomen? Begin vanaf de geboorte

jun 2024 | Astma, Eczeem

Lees meer over Allergisch astma voorkomen? Begin vanaf de geboorte

Positieve invloed tripeltherapie op remodeling en longfunctie bij COPD

mei 2024 | COPD

Lees meer over Positieve invloed tripeltherapie op remodeling en longfunctie bij COPD

Nieuwe respiratoire fenotypes in de vroege kinderjaren

mei 2024 | Astma

Lees meer over Nieuwe respiratoire fenotypes in de vroege kinderjaren

Positief effect van hormoonsubstitutie op PH en RV-functie

mei 2024 | Pulmonale hypertensie

Lees meer over Positief effect van hormoonsubstitutie op PH en RV-functie