Minder toxische behandeling bij hoogrisico burkittlymfoom

Delen via:
EHA 2022

Een behandeling met dose-adjusted etoposide, prednison, vincristine, cyclofosfamide, doxorubicine en rituximab (DA-EPOCH-R) laat bij patiënten met hoogrisico burkittlymfoom (BL) een vergelijkbare complete metabole remissie (CMR) en totale overleving (OS) zien als andere multi-agent-chemotherapieschema’s, maar leidt tot minder infectieuze complicaties, transfusies en ziekenhuisopnamedagen. Dr. Martine Chamuleau (Amsterdam UMC) presenteerde de eerste resultaten in een late breaking abstract.

Met een tweejaars progressievrije overleving (PFS) van 64-71% is het ‘multi-agent’-chemotherapieschema rituximab, cyclofosfamide, doxorubicine, vincristine, methotrexaat/rituximab, ifosfamide, etoposide, en cytarabine (R-CODOX-M/R-IVAC) effectief bij BL, maar de behandeling gaat gepaard met hoge toxiciteit en lange ziekenhuisopname. DA-EPOCH-R heeft in fase II-onderzoek een hogere tweejaars-PFS (85%) laten zien met bovendien minder toxiciteit.

Op EHA2022 presenteerden de Europese en Amerikaanse onderzoekers de eerste resultaten van de gerandomiseerde HOVON/SAKK-studie, waarin R-CODOX-M/R-IVAC (arm A) rechtstreeks werd vergeleken met DA-EPOCH-R (arm B). Tussen 2014 en 2021 werden 84 patiënten met nieuw gediagnosticeerd hoogrisico BL gerandomiseerd.

In arm A bereikten 28/43 (65%) patiënten een complete metabole respons (CMR) en in arm B 27/41 (66%). In arm A hadden 34/43 patiënten (79%) graad 3-5 behandelingsgerelateerde bijwerkingen (AE’s) en in totaal werden dertig ernstige bijwerkingen (SAE’s) gemeld. In arm B hadden 30/41 (73%) patiënten bijwerkingen graad 3-5 en werden in totaal 28 SAE’s gemeld. De meest voorkomende SAE’s waren infectieuze complicaties zoals infecties en febriele neutropenie: 22/30 SAE (73%) in arm A versus 13/28 SAE (46%) in arm B (p = 0,04).

In arm A kregen patiënten mediaan 2 bloedplaatjestransfusies en 5 rodebloedceltransfusies, versus 0 en 1 in arm B (p < 0,01 voor beide). In arm A werden patiënten gemiddeld 46 nachten in het ziekenhuis opgenomen versus 25 nachten in arm B (p < 0,01). De tweejaars-OS wordt voorlopig geschat op 75% in arm A en 76% in arm B.

Bron

Chamuleau M, et al. R-CODOX-M/R-IVAC versus dose-adjusted(DA)-EPOCH-R in patients with newly diagnosed high-risk Burkitt Lymphoma; first results of a multi-centered randomized HOVON/SAKK trial. EHA2022 Hybrid Congress, abstract LB2370. 

Prof. Marie-José Kersten over de ATALANTA-1-studie

jan 2025

Lees meer over Prof. Marie-José Kersten over de ATALANTA-1-studie

Prof. Arnon Kater over de AMPLIFY-studie

jan 2025

Lees meer over Prof. Arnon Kater over de AMPLIFY-studie

Prof. Arnon Kater over de HOVON 140-studie

jan 2025

Lees meer over Prof. Arnon Kater over de HOVON 140-studie

Prof. Arnon Kater over de EPCORE CLL-1-studie

jan 2025

Lees meer over Prof. Arnon Kater over de EPCORE CLL-1-studie

Dr. Stijn Halkes over eltrombopag bij aplastische anemie

jan 2025

Lees meer over Dr. Stijn Halkes over eltrombopag bij aplastische anemie

Dr. Stijn Halkes over CHIP-mutaties bij aplastische anemie

jan 2025

Lees meer over Dr. Stijn Halkes over CHIP-mutaties bij aplastische anemie

Dr. Cathelijne Fokkema over circulerende plasmacellen in de PERSEUS-studie

jan 2025

Lees meer over Dr. Cathelijne Fokkema over circulerende plasmacellen in de PERSEUS-studie

Dr. Jeanette Doorduijn over de rol van rituximab-onderhoudsbehandeling in de HOVON 133-studie

jan 2025

Lees meer over Dr. Jeanette Doorduijn over de rol van rituximab-onderhoudsbehandeling in de HOVON 133-studie

Dr. Jeanette Doorduijn over mantelcellymfomen in de HOVON 133-studie

jan 2025

Lees meer over Dr. Jeanette Doorduijn over mantelcellymfomen in de HOVON 133-studie