De monoklonale antistof mirikizumab zorgt voor een forse afname van de ernst van de psoriasis bij een grote meerderheid van de patiënten. Bij langdurige behandeling onderscheidt dit middel zich ook van het reeds geregistreerde middel secukinumab. Dit blijkt uit de OASIS-2-studie die is gepresenteerd tijdens EADV Virtual.
In totaal werden 1465 patiënten, allen met een matige tot ernstige psoriasis, gerandomiseerd naar vier groepen. De eerste groep kreeg de eerste 16 weken om de 4 weken subcutaan 250 mg mirikizumab toegediend, waarna de behandelfrequentie afnam naar eens per 8 weken. De tweede groep kreeg in de inductiefase dezelfde behandeling, maar stapte na 16 weken over op een dosis van 125 mg. De derde groep kreeg het controlemedicijn secukinumab: de eerste 4 weken om de week en daarna iedere 4 weken 300 mg. De vierde groep kreeg de eerste 16 weken placebo; daarna vervolgden zij met de behandeling van de eerste studiegroep.
In alle groepen is na 16 weken beoordeeld bij hoeveel patiënten de Psoriasis Area and Severity Index met 90% was afgenomen (PASI 90) en bij hoeveel patiënten de static Physician’s Global Assessment (sPGA) was verbeterd naar graad 0 of 1 (met een minimale afname van 2 graadpunten ten opzichte van de uitgangssituatie).
Na 16 weken behandelen was duidelijk dat mirikizumab effectiever was dan placebo en net zo effectief als secukinumab. Met placebo bereikte 6,3% de gewenste reductie van de PASI: met secukinumab 72,8% en met mirikizumab 74,4% van de patiënten. Achtereenvolgens 6,3%, 76,3% en 79,7% van de patiënten bereikte de gewenste sPGA-beoordeling. Na 52 weken behandelen bleek mirikizumab meerwaarde te hebben ten opzichte van secukinumab, gezien het significant grotere aandeel patiënten met de gewenste PASI 90, PASI 100 en sPGA. De veiligheid van deze twee middelen was vergelijkbaar.
Bron